Resultaten van de praktijktest “Efficiency Run 2015” voorgesteld

"Daarmee is bewezen: willen we het verbruik en de CO₂-uitstoot duidelijk verder terugdringen, dan mogen we ons niet tot de motor alleen beperken. We moeten dan de krachten bundelen en ook de banden, de oplegger en andere belangrijke componenten erbij betrekken. Alleen zo kunnen we daar op een betaalbare manier in slagen", verklaarde Dr. Wolfgang Bernhard, in het bestuur van Daimler AG verantwoordelijk voor Daimler Trucks & Buses.

"Onze test bevestigt bovendien de formule dat twee lange vrachtwagens de transporttaken van drie conventionele trekkers kunnen uitvoeren – maar dan veel efficiënter en milieuvriendelijker", aldus Dr. Bernhard.

Stefan Buchner, hoofd van Mercedes-Benz Trucks: "Het is onze ambitie de klant met een Mercedes-Benz Actros het efficiëntste voertuig in zijn klasse aan te bieden. We waren dan natuurlijk bijzonder benieuwd in hoeverre het gehele voertuig nog verder kan worden geoptimaliseerd. Een daling van 14 procent bij de standaardtrekker en 17 procent bij de lange vrachtwagen heeft onze verwachtingen duidelijk overtroffen.

De Europese constructeurs van bedrijfsvoertuigen hebben op het gebied van CO₂ al heel wat bereikt: zo kon het verbruik per tonkilometer sinds 1965 ongeveer 60 procent worden verlaagd en konden tegelijkertijd nog eens zes fasen van de emissiewetgeving worden gerealiseerd. Daaruit blijkt: de meest efficiënte regulerende kracht voor een constructeur van bedrijfsvoertuigen is de klant. Omdat de brandstofkosten bijna een derde van de totale bedrijfskosten (Total Cost of Ownership) uitmaken, wil de klant steeds een zo laag mogelijk verbruik. Bijgevolg heeft Daimler Trucks er altijd al alles voor gedaan om de klant zo efficiënt mogelijke voertuigen aan te bieden.

Nu worden alle constructeurs van bedrijfsvoertuigen met nieuwe CO₂-doelstellingen voor het goederentransport over de weg geconfronteerd. Zo wil de die EU een CO₂-verlaging van 30 procent tot 2030 (tegenover 2005) realiseren. Voor Duitsland wordt zelfs gesproken over -40 procent. Daarom moeten nieuwe wegen worden ingeslagen, want alleen aan de trekkers sleutelen volstaat niet meer. Om de CO₂-emissie in de toekomst nog aanzienlijk te verlagen op een economisch verantwoorde manier, moeten de politiek en de transportsector de hoofden bij elkaar steken en de krachten bundelen.

Daarom moeten bij een zogenaamde geïntegreerde aanpak alle betrokkenen van het goederentransport over de weg meewerken aan het behalen van de doelstellingen: constructeurs van bedrijfsvoertuigen, fabrikanten van opbouwsystemen en banden, logistieke ondernemingen en ook de politieke instanties. Daimler Trucks heeft dit concept samen met andere Europese constructeurs in 2014 voorgesteld op de IAA Bedrijfsvoertuigen.

Het doel van de geïntegreerde aanpak is het gehele systeem van het vrachtwagentransport te optimaliseren. Naast de trekker buigt men zich hierbij ook over de oplegger (bv. afmetingen en gewichten, luchtweerstand, lichte constructie), de banden (bv. rolweerstand, bandenspanning, enkelvoudige banden) en de brandstof (bv. biobrandstof, aardgas). Maar ook het rijgebruik (bv. chauffeursopleiding, bundeling van lading), de infrastructuur en de vernieuwing van het wagenpark spelen bij de geïntegreerde aanpak een rol als hefboom. Dat de geïntegreerde aanpak in de praktijk goed werkt, heeft de Efficiency Run nu aangetoond.

De uitgebreide evaluatie van de vastgestelde gegevens door DEKRA gaf een duidelijk resultaat: het verbruik kan nu al met op de markt beschikbare componenten op een economisch verantwoorde manier worden geoptimaliseerd. De resultaten overtroffen de verwachtingen van de testcrew ruimschoots.

Rolf Deisinger, hoofd Test truck-aandrijflijnintegratie en -brandstofverbruik bij Mercedes-Benz Trucks, die verantwoordelijk was voor de leiding van de Efficiency Run, vult aan: "De lagere verbruikscijfers zijn voor ongeveer de helft aan de Actros-trekker en aan de oplegger te danken. Dat bevestigt onze inschatting dat het volledige systeem moet worden bekeken. De geïntegreerde aanpak is de juiste weg in de zoektocht naar brandstof- en kostenefficiënte oplossingen.“

Het gebruik van lange vrachtwagens bij de praktische test van de Bundesanstalt für Straßenwesen (BASt - Rijksdienst voor het Wegverkeer) gaat in Duitsland deels met zeer emotionele discussies gepaard. Deze voertuigen zijn ongetwijfeld niet algemeen inzetbaar, maar bij een zinvolle combinatie van transporttaak en traject leveren lange vrachtwagens een merkbare bijdrage tot het verlagen van de CO₂-emissie. Hier staan vooral transporten met een groot volume en een relatief laag gewicht centraal.

Het onderzoek van DEKRA gaf bij de Efficiency Run eerst het verwachte meerverbruik van 23,8 procent aan voor de lange vrachtwagens van de firma Elflein in vergelijking met een standaardtrekker met megatrailer. De ingenieurs van DEKRA brachten het gemeten brandstofverbruik van de lange vrachtwagen met hogere transportcapaciteit vervolgens in verband met transportcapaciteit op basis van volume.

De formule 2 = 3 werd daarbij nadrukkelijk bevestigd. Dat betekent dat de transportcapaciteit van twee lange vrachtwagens overeenkomt met die van drie standaardtrekkers. In de CO₂-balans daalden de emissiewaarden als gevolg van de uitgespaarde ritten zo met 17 procent in de gekozen testomgeving.

Dr. Wolfgang Bernhard: "Als constructeur bekijken wij het thema lange vrachtwagen niet apart. Wij zijn ervan overtuigd dat deze voertuigen voor de volledige transportsector een uiterst aantrekkelijk alternatief vormen.“

Vooraleer de drie combinaties voor geoptimaliseerd verbruik en de overeenkomstige referentievoertuigen aan een testrit begonnen, legden testingenieurs van Daimler, vertegenwoordigers van de drie transportbedrijven en specialisten van DEKRA samen de testparameters voor de Efficiency Run 2015 vast. Uwe Burckhardt, procesmanager en plaatsvervangend hoofd van het DEKRA Automobil Test Center: "De referentievoertuigen uit het wagenpark van de deelnemende ondernemingen en de voertuigen voor geoptimaliseerd verbruik moeten worden vergeleken in reële rijomstandigheden, die reproduceerbaar zijn en ernstige resultaten van hoge kwaliteit opleveren. Daarvoor hebben wij kosten noch moeite gespaard.“

Eerst mat een team van specialisten in brandstofverbruik en CO₂-van de afdeling Daimler Truck op het testterrein van DEKRA in Klettwitz aan de Lausitzring de rijweerstanden van de gebruikte opleggers volgens de ACEA-methode. Parallel daarmee werden samen met Mercedes-Benz Trucks mogelijke trajecten besproken, die tijdens de Efficiency Run moesten worden afgelegd. Uiteindelijk werden de routes gekozen, waarlangs de drie transportbedrijven dagelijks transporten uitvoeren. Tot slot kregen de bestuurders nog instructies om los van de persoonlijke rijstijl voor zo gelijkaardig mogelijke omstandigheden te zorgen (bijvoorbeeld de klimaatregeling van de cabine of parkeer- en inhaalmanoeuvres. De Efficiency Run had als expliciet doel de invloed van de bestuurder op het verbruik te verminderen om zo binnen de perken van het mogelijke "machine tegen machine" te laten rijden.

Tijdens de praktische test werden alle gebeurtenissen zoals files, stops aan verkeerslichten, parkeermanoeuvres, ritten zonder lading of "slipstreamrijden" achter langzamere voertuigen, het aandeel van rijden in de stad, op secundaire wegen en op autowegen, en de windomstandigheden – windkracht en windrichting – met de hand door de meerijdende specialisten van DEKRA of met camera's aan boord geregistreerd, om het belang van externe invloeden te kunnen beoordelen. Ook namen het Fuel Efficiency-voertuig en het referentievoertuig na elke stop afwisselend de kop en vertrokken de vrachtwagens met een tussentijd van tien minuten aan laad- en losplaatsen, na een rustpauze of de stops aan de onderzoeksplaats. Op de bestemming van elke etappe verwisselden de beide bestuurders van plaats aan het stuur van de referentie- en testvoertuigen.

Bijzondere aandacht ging uit naar de precieze meting van het brandstofverbruik. Uwe Burckhardt: "Bij een dergelijke test is het belangrijk om niet gewoonweg bij te tanken, de waarden moeten ook in verband worden gebracht met de trajecten en de omstandigheden.“ Tijdens de tests werden de vrachtwagens uit een geijkte tankwagen getankt om steeds brandstof van dezelfde kwaliteit en met dezelfde temperatuur te garanderen. De gebruikte brandstof werd onderzocht op het gehalte aan vetzuurmethylesters, d.w.z. het aandeel van biodiesel en de volumeconcentraties van koolstof, zuurstof en waterstof. Onmiddellijk voor elke tankbeurt werd 150 l diesel overgepompt om temperatuurverschillen te voorkomen, die bij een hoge buitentemperatuur in de slang van de tankwagen kunnen ontstaan. De meting werd uitgevoerd met een geijkte debietmeter van de tankwagen. De specialisten van DEKRA tankten de voertuigen eerst met het tankpistool en vervolgens met een maatglas. Na de tankbeurt reden de voertuigen over een weegschaal om het gewicht van het volledige voertuig en per as te registreren.

De specialisten van DEKRA konden tijdens praktijktest ook gebruik maken van de meetresultaten van de telematicadienst Daimler FleetBoard, die intussen tot de standaarduitrusting van de Actros-trekkers behoort. De modulair opgebouwde diensten van het dochterbedrijf van Daimler ondersteunen wagenparken bij het totaalbeheer van chauffeur, voertuig en transport. Zo kan de bestuurder enerzijds zijn zuinige rijstijl rechtstreeks controleren en verbeteren. Anderzijds konden de specialisten van DEKRA met de tool "FleetBoard gebruiksanalyse" factoren controleren die slijtage en verbruik beïnvloeden, zoals vooruitziend rijden, verandering van snelheid en remgedrag. Voorts bevestigde FleetBoard alle vrachtwagenchauffeurs die aan de Efficiency Run deelnamen met een attest voor hun absoluut professionele rijstijl. Op de beoordelingsschaal van FleetBoard, van 1 tot 10, behaalden ze steeds een score van meer dan 9,5.

Conclusie van Uwe Burckhardt: "Omdat we met onze meetmethode een groot aantal deelresultaten geregistreerd hebben en voor de evaluatie geraadpleegd hebben, kunnen we na deze test van het brandstofverbruik in reële omstandigheden statistisch waardevolle conclusies trekken uit de genoteerde verbruikscijfers.“

Daimler beschouwt de succesvolle test met het resultaat van tweecijferige besparingen in het brandstofverbruik en de daarmee gepaard gaande verlaging van de CO₂-uitstoot als een stimulans om intensief op de ingeslagen weg verder te werken. Dr. Wolfgang Bernhard: "De Efficiency Run was opgevat als een praktische test die zo dicht mogelijk bij de realiteit aanleunt – en we hebben ze met succes beëindigd. We hebben het streefdoel van zes procent brandstofbesparing ruimschoots overtroffen. De Efficiency Run was een eerste stap, die door andere gevolgd zal worden. We zijn ervan overtuigd dat daarbij nog meer mogelijkheden zullen ontstaan, die enerzijds onze trucks noch vriendelijker zullen maken en anderzijds voor de kostenbewuste transportonderneming ook vanuit economisch oogpunt denkbaar blijven.“

Efficiency Run trekker Mercedes-Benz Actros
Gebruik bij DB Schenker / Große Vehne.

Efficiency Run lange vrachtwagen Mercedes-Benz Actros
Gebruik bij Elflein.

DEKRA.

Al 90 jaar zet DEKRA zich in voor de veiligheid: uit de in 1925 in Berlijn opgerichte Deutscher Kraftfahrzeug-Überwachungs-Verein e.V. is een van de meest toonaangevende transportorganisaties ter wereld ontstaan. De DEKRA SE is een 100-procent dochtermaatschappij van de DEKRA e.V. en staat in voor de operationele activiteiten van het concern. In 2014 haalde DEKRA een omzet van ongeveer 2,5 miljard euro.

Ongeveer 35.000 medewerkers zijn in meer dan 50 landen op de vijf continenten in dienst. Met gekwalificeerde en onafhankelijke gespecialiseerde diensten zetten ze zich in voor de veiligheid in het verkeer, op het werk en thuis. De activiteiten gaan van voertuigcontroles en keuringen over schaderegeling, industrie- en bouwcontroles, veiligheidsadvies, controle en certificatie van producten en systemen tot opleidingen en uitzendarbeid.

De visie bij de 100ste verjaardag in 2025 luidt: DEKRA wordt de globale partner voor een veilige wereld.

In het DEKRA Technology Center, bestaande uit het Automobil Test Center in Klettwitz en het Crash Test Center in Neumünster, brengt DEKRA zijn competentie voor autoconstructeurs en toeleveranciers samen.

DB Schenker.

DB Schenker Logistics staat in voor het transport en de logistiek van de Deutsche Bahn (Duitse spoorwegen). Bij de grootste transport- en logistiekbedrijven ter wereld staat de logistieke afdeling van de DB – gemeten naar omzet en diensten – op de tweede plaats. Het aantal medewerkers van DB Schenker Logistics bedraagt meer dan 64.000 mensen; de omzet van de hele DB Schenker-groep bedraagt 14,94 miljard euro.

DB Schenker vormt met ongeveer 2000 vestigingen in alle belangrijke economische gebieden ter wereld een wereldwijd netwerk. Aan de basis van dit succes liggen de 95.700 medewerkers van DB Schenker. In het boekjaar 2014 werd een omzet van ongeveer 19,8 miljard euro behaald – en daarmee een aandeel van ongeveer 50 procent in het DB-concern.

DB Schenker is wereldwijd in ongeveer 140 landen aanwezig, is in een netwerk georganiseerd, maar treedt toch lokaal op. Onder één koepel biedt de onderneming geïntegreerde diensten aan: complete transportketen over alle vervoermiddelen heen – goederentrein, vrachtwagen, schip en vliegtuig – aangevuld met complexe logistieke diensten.

Het moederconcern Deutsche Bahn speelde consequent in op de toenemende zorg om het milieu en startte in 2020 het DB-milieuzorgprogramma. Met dit programma wil het DB concern zijn specifieke CO₂-uitstoot, met andere woorden de uitstoot als gevolg van de transportactiviteiten, tussen 2006 en 2020 wereldwijd met nog eens 20 procent verlagen.

Elflein.

De Elflein Spedition & Transport GmbH biedt hoogwaardige en geavanceerde transport- en logistieke diensten aan in elf vestigingen in Duitsland en Tsjechië. Hier zijn in totaal meer dan 700 medewerkers tewerkgesteld. De onderneming met een wagenpark van 375 vrachtwagens heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld tot een belangrijke dienstverlener in de papier-, levensmiddelen- en auto-industrie. Duurzaamheid & innovatie zijn basiselementen van de bedrijfspolitiek van Elflein, wat op indrukwekkende wijze wordt aangetoond door het gebruik van het grootste wagenpark van lange vrachtwagens in Duitsland. Elflein streeft naar een geleidelijke daling van het verbruik van haar vrachtwagens. Zo werd het afgelopen jaar een groot aantal technische en aerodynamische maatregelen genomen om de CO₂-uitstoot te verlagen. Van 2010 tot 2014 kon het gemiddelde brandstofverbruik van de 375 vrachtwagens met bijna 20 procent worden teruggedrongen.

Het gebruik van lange vrachtwagens en de door Elflein zelf geoptimaliseerde variant met minder assen vormt daarbij een essentiële maatregel om de CO₂-balans zowel bij de klant als bij het bedrijf zelf te verbeteren. Twee lange vrachtwagens vervoeren het transportvolume van drie gewone trekkercombinaties. Zo wordt niet alleen de CO₂-uitstoot (resultaat bij de Efficiency Run: -17,4 procent) verlaagd, maar ook de druk op het verkeer en de weg aanzienlijk verminderd. "De deelname aan de Efficiency Run past in ons bedrijfsmotto om vernieuwingen meteen in de praktijk te brengen en te bestendigen", benadrukt bedrijfsleider Rüdiger Elflein. "De lange vrachtwagen is in het goederentransport een van de oplossingen voor de toekomst. Dat bewijzen de resultaten van de Efficiency Run-test.“

Große-Vehne.

Het transportbedrijf Große-Vehne werd in 1974 opgericht. Op dit ogenblik heeft Große-Vehne meer dan 750 voertuigen in gebruik, die overal in Europa onderweg zijn. Onder de naam GV Trucknet bestaat de onderneming op dit ogenblik uit 10 transport- en logistiekbedrijven in zeven vestigingen in Duitsland, Roemenië en Slowakije.

De onderneming heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld tot een van de toonaangevende transport- en logistiekbedrijven. Als kernactiviteit bedienen de bedrijven van de GV Trucknet klanten uit de auto-, textiel- en drankenindustrie en het algemeen transport.

Het thema duurzaamheid staat bij GV Trucknet op drie vast verankerde steunpilaren. Ze heten milieu, spaarzaamheid en maatschappij. De onderneming is partner van het centrum voor duurzame bedrijfsleiding van de Universiteit van Witten/Herdecke en deelnemer aan de "Rondetafel voor Duurzaamheid" van het instituut voor duurzaamheid in verkeer en logistiek van de hogeschool van Heilbronn.

In dit licht kreeg de Efficiency Run de volledige steun van GV Trucknet. Bedrijfsleider René Große-Vehne: "Opdat het verkeer op lange termijn zou bijdragen tot de daling van de CO₂-uitstoot en dus tot de bescherming van de klimaat, is het noodzakelijk om nu al maatregelen te nemen om de CO₂-emissie te verlagen. En de Efficiency Run heeft aangetoond dat hiervoor ook maatregelen op korte termijn  noodzakelijk zijn, die nu op de markt beschikbaar zijn  - zoals bijvoorbeeld de vooruitziende snelheidsregeling PPC.“

Krone.

De Krone-groep met zetel in Spelle (Nedersaksen) beschikt over twee steunpilaren. Terwijl het productassortiment van de afdeling landbouwmachines wereldwijd wordt verkocht, ligt het zwaartepunt van de afdeling bedrijfsvoertuigen (voertuigfabriek Bernard Krone GmbH en verschillende dochterondernemingen) op de Europese markt en de Turkstalige staten. De belangrijkste vestiging van de afdeling nieuwe voertuigen is de fabriek in Werlte. Hier worden per jaar ongeveer 25.000 voertuigen geproduceerd – van de klassieke aanhangwagen over containerbrugsystemen tot de moderne oplegger. Intussen wordt de fabriek in Werlte beschouwd als de grootste productievestiging van opleggers in Europa.

Krone heeft zich ertoe verbonden om zowel in de productie als in de ontwikkeling van nieuwe voertuigen aandacht te hebben voor duurzaamheid, en vernieuwingen ook met het oog op het milieu te bespoedigen. De onderneming stimuleert daarom het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en de daling van de CO₂-emissie in de productieprocessen.

In de vier Duitse productievestigingen Werlte, Herzlake, Lübtheen en Dinklage en in de Turkse fabriek in Tire zijn in totaal ongeveer 1700 medewerkers in dienst. Krone is ondanks de wereldwijde activiteiten een familiebedrijf gebleven en wordt in de vierde generatie geleid door Bernard Krone.