Transportbedrijf Kanitz: Instrumententransport voor het Berliner Philharmoniker

Economie & logistiek

Op soundtrack.

Dwars door Berlijn met pauken en trompetten in de Actros van Kanitz, de huis- en hoftransporteur van het Berliner Philharmoniker.


Berlijnse attitude maakt kennis met klassieke muziek. En getatoeëerde jongens met mannen in pak. Kan dat? Jazeker! Bij transportfirma Kanitz en de Berliner Philharmoniker is het zelfs een schot in de roos.


Enkel op het eerste zicht is Kanitz een klassieke transportmaatschappij voor bedrijfs- en particuliere verhuizen en opslagmogelijkheden. Hun eigenlijke stokpaardje is theater- en orkesttransport. Op verzoek regelt de transportfirma de complete planning van de reis van de muzikanten. Dat doen ze zo goed, dat ze naast gerenommeerde klanten uit de muziekwereld ook het Berliner Philharmoniker ingepalmd hebben.

Sinds 1956 begeleidt Kanitz het ensemble quasi als huis- en hoftransportfirma: bijvoorbeeld naar de Royal Albert Hall in Londen, de Philharmonie de Paris en het Salzburger Festspielhaus. Reizen ze overzees, dan regelt Kanitz een aansluiting met partnerfirma's. In Europa geven beide partners ongetwijfeld de voorkeur aan de veilige weg over asfalt - bij Kanitz steeds met een ster boven de motorkap. In het wagenpark: vier Actros, twee Atego's, een Sprinter met laadklep en een bus.


“Jullie zijn onze transportengel.”

 – Martin Heitmann


Heavy metal maakt kennis met klassiek.

De krachtige jongens achter het stuur luisteren in hun vrije tijd naar eigen zeggen liefst naar heavy metal of rockende gitaren, achterin is er daarentegen een volledig orkest ter beschikking: violen, xylofoons, trombones en klarinetten. “Wij transporteren Stradivariussen en zelfs een harp uit de 16de eeuw,” weet Martin Heitmann ons te zeggen. Hij is al 30 jaar op de baan voor Kanitz als chauffeur en inpakker. De waarde van een orkesttransport? Heitmann knippert met zijn ogen en maakt een beweging alsof hij zijn lippen verzegelt met een onzichtbare sleutel, die hij daarna ver weggooit.

Hij en zijn collega's kennen de ontelbare waarde van de instrumenten. En dan hebben we het niet enkel over geld. De tientallen jaren samenwerking met het filharmonisch orkest zorgden voor een basis van vertrouwen, die voor geen geld ter wereld te koop is. Enkele muzikanten vertrouwen hun heiligdom enkel toe aan Kanitz. Aanrakingen van buitenstaanders: niet acceptabel. “Jullie zijn onze transportengel.” Heitman citeert trots wat een van de leden van het filharmonisch orkest hem ooit toevertrouwde.


Altijd onderweg. Meermaals per week vervoert Kanitz de hardware van het ensemble dwars door Berlijn, en dit bovendien gedurende hun hele zomertournee door Europa.
Altijd onderweg. Meermaals per week vervoert Kanitz de hardware van het ensemble dwars door Berlijn, en dit bovendien gedurende hun hele zomertournee door Europa.

Iedere vrachtwagen bij Kanitz heeft overigens een persoonlijke, muzikale beschermengel. Zaakvoerder Jörg Noster doopt ieder nieuw voertuig eigenhandig met een fles champagne en noemt ze naar een componist. Deze namen pronken voor iedereen goed leesbaar op de voorruit: Ludwig van Beethoven, Georg Friedrich Händel, Peter Tsjajkovski en Edvard Grieg.


Bovendien klopt de hardware ook helemaal. De speciale voertuigen uit het wagenpark van Kanitz zijn perfect geschikt voor orkesttransport door hun vering en het thermisch geïsoleerd en verwarmd laadoppervlak. “In de laadruimte behouden we een temperatuur van 24 graden,” verduidelijkt Heitmann.

“Zo kan het hout van de instrumenten niet krom komen te staan en hoeven de snaren na aankomst slechts minimaal opnieuw gestemd te worden.” Ook de speciale transportkisten voor de instrumenten, de zogenaamde cases, kunnen tot 20 uur op temperatuur gehouden worden.

Een deel van de cases staat in het magazijn van Kanitz. De andere bevinden zich bij het Berliner Philharmonie. Daar zijn Heitmann en zijn collega's daarnet al naartoe gereden om het volgende transport voor te bereiden. De bedoeling: de RBB, de publieke omroep van de deelstaten Berlijn en Brandenbrug. Een standaardrit voor deze mannen.


Fingerspitzengefühl. De jongens van Kanitz kennen de ontelbare waarde - en dan hebben we het niet enkel over geld - van de instrumenten van de Berlijnse Filharmonie.
Fingerspitzengefühl. De jongens van Kanitz kennen de ontelbare waarde - en dan hebben we het niet enkel over geld - van de instrumenten van de Berlijnse Filharmonie.

De tien geboden van Kanitz.

Maar eerst het Philharmonie: Aangekomen in het Konzerthaus, gaan de mannen routinematig naar de lift, die hen naar de artiestenruimte brengt. Eerste verdieping: de kantine. Op de achtergrond rinkelt bestek op porseleinen borden en zacht gemompel vult de ruimte. De mannen houden kort halte bij de toog voor een oppepper. Ze behoren zelf praktisch tot het ensemble. Terwijl ze wachten op hun bockwurst met frietjes met ketchup en mayonaise, komen er weer muzikanten op hen af. Een handdruk, een schouderklopje, een praatje, ze gaan erg familiair met elkaar om.



Terug naar de lift, tweede verdieping: de opslag- en repetitieruimte. In de verte klinken geluiden van muzikanten die hun instrumenten aan het stemmen zijn. Rustig beginnen Heitmann en zijn collega's aan het inpakken. Een pauk wordt in een speciale case gestoken, wat er erg lastig uitziet. Hoeveel de complete constructie weegt? “Ach, niet zo veel,” grinniken ze, al lachend. Een basisregel van het bedrijf luidt: “Een Kanitzer liegt enkel bij de vraag: is het te zwaar?” Samen met negen andere geboden hangt deze spreuk aan de muur van het kantoor. Een andere staat gedrukt op hun T-shirts: “Een Kanitzer maakt geen deuken: niet in het karton, niet in de wagen, en niet in zijn hoofd.” Voor de Berlijners gaat niets boven een goede dosis humor. En dat is maar goed ook. Kanitz en het filharmonisch orkest - dat zijn op het eerste zicht tegenpolen zoals Kreuzberg en Charlottenburg of majeur en mol. Maar het zijn precies deze contrasten die aan de basis liggen van een perfecte compositie. In dit geval een zodanig bijzondere, dat deze al meer dan 60 jaar steeds weer graag “gehoord” wordt.



Foto's: Kristian Barthen

10 comments