Nightliner zwaar onderweg: de Arocs van de Schick Group

Reportage

“Het geeft een kick.”

Op zeven assen door de nacht – Walter Kleinhenz trekt met zijn Arocs 2653 een betonelement van 37,5 ton op het vliegveld van Frankfurt.


Je zou kunnen denken dat het op een bepaald moment routine wordt… Weliswaar betreft het 86 van dit type transporten waarmee de chauffeurs voor zware transporten van de Schick Group uit Bad Kissingen nog tot de zomer te maken hebben, maar op een bepaalde manier is elke rit toch uniek. Zo als nu om 0.40 uur op de parkeerplaats “Schwarze Pfütze” (zwarte plas) kort voor de oprit van de A71, waar iedereen nog eens moet uitstappen om de zware kettingen waarmee de lading geborgd is te controleren en vast te sjorren. Het is maart – afgelopen week leverde de eerste warme dagen van het jaar op. Toch is het nu weer gruwelijk koud geworden. Natte sneeuw zwiept Walter Kleinherz om de oren.

De crew heeft haast. Tot nu toe liep alles van een leien dakje. Maar er moeten nog 210 kilometer tot het vliegveld Frankfurt overbrugd worden. Dit anders pikdonkere traject ligt nu in een zacht oranjekleurig licht van de vrachtwagenverlichting. Op dit punt neemt de politieauto afscheid van het konvooi dat het begeleidde over de provinciale weg hiernaartoe.


“Het gewicht van de lading is het probleem niet. Dat trekt de Arocs moeiteloos. De uitdaging is de breedte.”

 – Walter Kleinhenz, chauffeur van zware transporten in de Schick Group


“We zijn op tijd vertrokken, dat is alvast een pluspunt”, zegt Walter, die zijn rijtijd goed in het oog moet houden. Hij kent het traject. Maar vandaag zijn de omstandigheden moeilijker dan anders. Zijn Arocs trekt een Y‑element van 37,5 ton, vervaardigd in de betonfabriek van Anton Schick GmbH + Co. KG. Het gevaarte is een belangrijk element van de nieuwe terminal 3 van het vliegveld van Frankfurt. “Het gewicht van de lading is het probleem niet. Dat trekt de Arocs moeiteloos. De uitdaging is de breedte van 5,40 meter. Daardoor kan het hier en daar behoorlijk krap worden”, zegt Walter.

“Ik ben heel tevreden met de Arocs”, zegt Walter. “De beschikbare ruimte, het comfort, de power – op die punten klopt gewoon alles.” Ook al heeft hij voor het werk nog een dutje gedaan, toch is de spanning van zijn gezicht af te lezen. Het borgen van de lading, telkens weer in en uit de cabine – dat laat na verloop van tijd z’n sporen na. “We rijden nu eenmaal niet gewoon van A naar B. Het gevaarte achter me weegt 37,5 ton – alleen al bij de laatste borging van de lading hebben we daar de handen mee vol.”

Walter kijkt op de display van de MirrorCam aan de linker A‑zuil. “Het systeem is voor ons een hele uitkomst. Wanneer ik met de trailer een bocht omga, draait het beeld mee. Op die manier heb ik tot aan de achterkant alles in het oog.”



Het werk als chauffeur zit in zijn DNA.

In deze weken staan de procedures vast: in de loop van de middag laadt een team van de Schick Group de Y‑zuilen met een portaalkraan op de oplegger met vier assen. Compleet beladen worden de twee Arocs vervolgens klaargezet voor de fabriek. Om 23 uur ontmoeten de chauffeurs elkaar. De lading wordt nog een keer geborgd en voor vertrek gecontroleerd. Om middernacht verschijnt de politie en zet het konvooi zich in beweging. Tegen 4 uur ’s ochtends wordt het vliegveld bereikt. Daarna volgt een pauze tot in de vroege morgenuren, wanneer het lossen met de kranen ter plaatse begint. Vervolgens wordt de terugweg naar Bad Kissingen ingeslagen en begint het hele proces weer van voren.

Walter is nu klaar voor vertrek. Voor zijn werk als chauffeur op het zware transport werkte hij in het ‘normale’ bouwverkeer. “Het rijden met trucks is diep in mij verankerd. Al vanaf mijn geboorte. Mijn pa zat z’n hele leven op de truck. Ik heb al toen ik 13 was op de voorplaats van het bedrijf trucks bestuurd. Wanneer je vervolgens begint met extreem brede en lange voorwerpen te rijden, krijg je een kick, die steeds sterker wordt. Dat is echt gaaf werk.”


Walter Kleinhenz.


66,5 ton totaalgewicht.

Het konvooi heeft nu een lange stijging voor de boeg. De achterlichten van het voorste begeleidende voertuig trekken weg. Walter merkt nu dat hij 66,5 ton totaalgewicht naar boven sleurt. “Hier moet ik gas geven, want we moeten het tempo kunnen volgen.” Met zijn rechtervoet trapt hij het gaspedaal in. De 390 kW van de trekker brengen de Arocs zonder enige moeite weer in positie. Ook de tweede Arocs in het konvooi sluit weer aan.

Inmiddels is de colonne van de A3 afgeslagen naar de A5 in richting Basel. Voor hen ligt het moeilijkste stuk van het traject en vandaag wordt het – met de zwaarste categorie Y-elementen als lading – vanwege de bouwplaatsen nog eens extra krap. Walter hangt zijn intercom in de houder. De Arocs wordt langzamer en draait de afgescheiden rijstrook op. Walter wijst op de displays van de MirrorCam. Links en rechts heeft hij nog maar 15 centimeter tussenruimte naar de betonmuren. Tot aan de afrit moet hij zich nu volledig concentreren. Voorzichtig kruipt het konvooi verder. Het is nu 3.50 uur ’s ochtends. Op dit deel van de snelweg ten oosten van het vliegveld wemelt het anders van het verkeer. Maar nu is het zelfs hier rustig. Goed voor de crew. De vrachtwagens komen nu aan bij de inrit van het bouwterrein. Gelukt! Alweer.



Op het terrein van het vliegveld waait een ijzige wind. “Maakt niet uit, we moeten toch nog een keer uitstappen om de borging van de lading en de verlichting weg te nemen. Dan kunnen de collega’s van de bouwplaats later meteen met het lossen beginnen. Zo ging het gisteren tenminste.” Dus toch alles routine? Walter lacht, stapvoets stuurt hij zijn combinatie het bouwterrein op. “Nee, van routine kan ondanks alles geen sprake zijn.”



Foto’s: Alexander Kraus
Video: Martin Schneider-Lau

13 reacties