De vrijwillige brandweer van Hinterbrühl stelt de Unimog op de proef

Voertuig en techniek

Versterking voor het brandweerkorps.

Franz Sittner en Wolfgang Skraback van de vrijwillige brandweer van Hinterbrühl onderwerpen de Unimog U 5023 aan een grondige test. Is deze terreinprofessional goed genoeg om hun korps te versterken?

Op de Liebherr RoadShow in Markgrafneusiedl stellen de experts van de vrijwillige brandweer van Hinterbrühl de U 5023 flink op de proef – maar de Unimog laat zich niet kennen.


Wie in Oostenrijk voor de brandweer werkt, doet dat in de regel op vrijwillige basis. In ruil voor zweet, moeite en tijd krijgen de Oostenrijkse brandweermannen en -vrouwen hooguit een dankjewel en soms een rondje bier en een 'Jause', een Oostenrijkse broodmaaltijd. Geld krijgen ze in elk geval niet. Het is zelfs een van de taken van de brandweerlieden om geld in te zamelen voor nieuwe slangen, pompen en gereedschap, bijvoorbeeld door evenementen en feesten te organiseren. Soms worden de donaties ook gebruikt om blusvoertuigen en andere brandweervoertuigen aan te schaffen. Maar zo ver is het voor de vrijwillige brandweer van Hinterbrühl in de Oostenrijkse deelstaat Neder-Oostenrijk nog niet – dit korps moet nog een paar jaar wachten op nieuw materiaal.


Het brandweerkorps van Hinterbrühl oriënteert zich nog op een nieuwe brandweerwagen. Daarom zijn Franz Sittner en Wolfgang Skraback vandaag naar de Liebherr RoadShow in Markgrafneusiedl ten oosten van Wenen gekomen om de nieuwe, voor zwaar terrein geschikte Unimog U 5023 aan een praktijktest te onderwerpen. Skraback laat er geen gras over groeien en rijdt met de U 5023 een ongeveer 40 graden steile helling aan de rand van een grindgroeve op. Hij laat de koppeling langzaam opkomen, trapt het gaspedaal licht in en laat de Unimog naar boven klauteren. Het 170 kW sterke en 11,6 ton zware werkpaard met een kraanopbouw komt zonder enige moeite de helling op. Het lijkt er zelfs op dat de Unimog voor een iets steilere helling en een paar kilo meer lading nog steeds zijn hand niet zou omdraaien.

Deze kracht heeft de U 5023 onder andere te danken aan zijn Euro VI-motor. Deze motoren kenmerken zich niet alleen door lage emissiewaarden, maar ook door een laag verbruik. Ook leveren ze al bij lage toerentallen een hoog vermogen. De motor in de U 5023 is bovendien ongeveer een meter naar achteren verplaatst. Door dit nieuwe middenmotorconcept is er niet alleen plaats voor de hulpaggregaten die voor Euro VI zijn vereist, maar ook voor een direct door de motor aangedreven PTO die achter de cabine is aangebracht. Met deze PTO kunnen aggregaten altijd worden aangedreven, ongeacht of de Unimog stilstaat of rijdt, zodat er tegelijkertijd kan worden gereden en geblust, ook wel 'pump and drive' genoemd.

Onder andere vanwege deze eigenschap kiezen veel brandweerkorpsen voor de Unimog en de U 5023 in het bijzonder. "Een Unimog kan in ongelofelijk veel situaties worden ingezet", zegt Franz Sittner. "Alleen al vanwege de uitstekende terreinvaardigheden." Dankzij zijn portaalassen, lage zwaartepunt, kleine draaicirkel, asuitslag tot 30 graden en extreem grote in- en uitloophoek kan met de Unimog zonder problemen over extreem slechte wegen en in het terrein worden gereden.


Dankzij zijn waaddiepte van 1,20 meter kan de Unimog ook tijdens overstromingen worden ingezet.


Zelfs voor diepe plassen en lichte overstromingen deinst de Unimog met een waaddiepte van maximaal 1,20 m niet terug. Dankzij het nieuwe bandenspanningsregelsysteem tirecontrol plus kan voor elk soort inzet de meest geschikte, vooraf geconfigureerde bandenspanning op het display worden ingesteld.

"Hij laat niets te wensen over", aldus Wolfgang Skraback die met de U 5023 in de richting van een 20 tot 30 meter lange plas rijdt. Onder leiding van een professionele trainer rijdt hij soepel door de hindernis. Het water spat aan alle kanten omhoog, maar de Unimog geeft geen krimp. Ook diepe, deels met modder gevulde kuilen houden de Unimog niet tegen. "Met dit soort omstandigheden krijgen we vaak te maken bij rampen, zoals overstromingen", zegt Franz Sittner.

Nu is het de beurt aan een Unimog U 530 om door de plas te rijden. Deze werktuigdrager voldoet eveneens aan de specifieke eisen van de brandweer. "Hier kun je goed zien, hoe breed en flexibel ons aanbod voor brandweerkorpsen is", aldus Andreas Hosinger, verkoper van Unimogs en speciale voertuigen bij Pappas Wr. Neudorf. Omdat we al tientallen jaren met brandweerkorpsen samenwerken, weten we precies waar de brandweer naar op zoek is. Volgens Hosinger zijn er sinds 1959 al ongeveer 200 Unimogs aan Oostenrijkse brandweerkorpsen verkocht. "Dat geeft al aan hoe belangrijk de Unimog voor de brandweer is."



Andere pluspunten van de Unimogs zijn de talrijke individuele opbouwmogelijkheden, de lange onderhoudsintervallen tot 1400 uur en de lange levensduur van minstens 25 jaar. Bij de brandweer van Hinterbrühl was tot vorig jaar zelfs nog een 36 jaar oude Unimog in dienst, die nu vervangen is door een Mercedes-Benz Zetros.

"Over de Zetros zijn we ook uiterst tevreden", benadrukt Franz Sittner. "De uitrusting met lier, hogedrukblusinstallatie, generator van 35 kW en een lichtmast is uitermate geschikt voor alle denkbare situaties die we in Hinterbrühl en omstreken kunnen tegenkomen. Mocht het nodig zijn, dan hebben we zelfs een rubberboot bij ons die met behulp van een luchtcompressor in een mum van tijd kan worden opgeblazen. De prijs-kwaliteitverhouding van de Zetros is overigens ook uitstekend."

Het testtraject dat Skraback met de Unimog aflegt, wordt steeds schuiner. Klak! De zijdelingse steunplaat schuurt over de grond waardoor de Unimog begint te wankelen. Maar al snel weet de Unimog zich weer te stabiliseren. Een normale truck met aandrijving op alle wielen zou nu allang zijn gekanteld. "Precies om deze reden hebben we voertuigen als de Unimog", zegt de licht geschrokken Sittner die vroeger ook commandant bij de brandweer van Hinterbrühl was. "We werken tenslotte niet alleen bij mooi weer en gaan verder waar anderen moeten stoppen."

Fotos: Matthias Heschl

1 Commentaar