Biker off the road José Manuel Fernández – uit de Actros, op de mountainbike

Reportage

Sterk profil.

Vastberadenheid, adrenaline, behendigheid en waanzinnige uitzichten – na het werk stapt José vanuit de Actros op de mountainbike.

José maakt de truck gereed voor de laatste rit.
José maakt de truck gereed voor de laatste rit.
José’s bedrijf Áridos y Excavaciones Carmelo Lobera is betrokken bij tal van grote wegenprojecten.
José’s bedrijf Áridos y Excavaciones Carmelo Lobera is betrokken bij tal van grote wegenprojecten.
De laatste vracht van de week. Gaandeweg wordt de steengroeve weer met grond gevuld.
De laatste vracht van de week. Gaandeweg wordt de steengroeve weer met grond gevuld.

Remmen los, uit het zadel, gewicht naar achteren verplaatsen. José Manuel Fernández gaat steil bergaf, zo steil dat hij bijna naar voren over het stuur valt. Maar het gaat goed. Hoewel hij deze helling al heel vaak is afgereden, verrast het hem toch iedere keer weer hoe steil die toch is. De schokken die zijn voorvork niet kan opvangen, werken door op zijn handen en onderarmen. Beneden is er een scherpe bocht naar links – achterrem indrukken en de fiets door de bocht sturen. Steentjes vliegen door de lucht, een paar trappen op de pedalen. Hij staat op uit het zadel, trekt het stuur omhoog en vliegt heel even door de lucht. Dan buigt hij naar voren om de mountainbike recht te houden en tegelijkertijd komen de wielen weer op de grond. Hij begint meteen te trappen om het tempo erin te houden.



”Op de mountainbike denk ik aan niets anders.”

– Actros-chauffeur José Manuel Fernández


Een uur eerder: José kijkt in de buitenspiegel van zijn Actros. Zijn bedrijf moet het terrein herstellen dat het jarenlang als steengroeve heeft gebruikt. De kippers storten hier daarom duizenden tonnen aarde op de afgegraven vlaktes. José zet de oranje truck in zijn achteruit en rijdt naar achteren totdat het uiteinde van zijn kipoplegger zich in de juiste positie bevindt. De laatste vracht van deze week glijdt de helling af.

Het is vrijdag, het werk zit er bijna op. José is al achttien jaar chauffeur. “En het is nog altijd het werk dat ik het liefste doe”, zegt hij en hij laat de Actros langzaam van de helling afrollen. “Ik hou ervan om onderweg te zijn en niet de hele dag op dezelfde plek te hoeven werken”, gaat hij verder. “En toch blijf ik normaal gesproken hier in Zaragoza.” In deze stad, op ruim 300 kilometer ten noordoosten van Madrid, is hij geboren en getogen.



Krappe bochten, steile hellingen.

De week was zwaar. Áridos y Excavaciones Carmelo Lobera, het bouwbedrijf waarvoor José rijdt, heeft 40 procent meer orders dan in de voorgaande jaren. Het bedrijf bouwt veel straten en wegen in de regio Zaragoza. Voor José en zijn collega’s betekent dat veel ritten en lange dagen.

Echter: direct naast het bedrijfsterrein ligt zijn speelweide, die hij al vanuit de cabine kan zien. Het terrein is een paradijs voor mountainbikers. Smalle paden, krappe bochten, steile hellingen voor coole sprongen. 300 vierkante kilometer adrenaline. “Daar heb ik echt geluk mee”, zegt de 40-jarige José stralend.

Vroeger was duiken zijn grote hobby, maar de reizen naar zee werden te duur. José gaat op zijn fiets naar het bedrijf dat aan de rand van de stad en direct aan de voet van de bergen, het trainingsterrein, ligt. 10 kilometer heen, 10 kilometer terug. Na het werk gaat hij zo vaak als het kan nog even dit terrein op. Direct vanuit de cabine de mountainbike op: 4 kilometer bergop, het eerste zweet van die dag. Vanaf daar gaat het er hard aan toe. Dit gaat nu al vijf jaar zo. “En ik kan er gewoon geen genoeg van krijgen”, zegt hij. “Na een dag in de cabine zorgt dit voor de perfecte balans.” Het zweet gutst van zijn gezicht. Maar hij is vandaag nog niet tot het gaatje gegaan.

José laat een beetje lucht uit de band ontsnappen. Beneden op de weg mag het gerust wat meer zijn, hier op het terrein is 2 bar genoeg. Hij gaat verder. “Het uitzicht in de bergen is iets heel bijzonders”, zegt José terwijl hij op Zaragoza uitkijkt. “Dat je veel van het landschap ziet, bevalt me nog het meest aan het mountainbiken.”


Helm op, handschoenen aan. José’s rit begint al op het bedrijfsterrein.
Helm op, handschoenen aan. José’s rit begint al op het bedrijfsterrein.
Tijd voor een stop: water is belangrijk.
Tijd voor een stop: water is belangrijk.

Geconcentreerd blijven.

Vandaag traint Miguel mee. Hij was het die José vijf jaar geleden liet kennismaken met de sport. “Ik moest wat doen. Ik was 35 jaar, net vader geworden en zeker 15 kilo te zwaar. Bovendien rookte ik rustig een pakje per dag”, zegt José. “Ik zit veel tijdens het werk, de beweging hier doet me goed. Dat voel ik.” Het geld waar hij vroeger sigaretten van kocht, steekt hij nu in de mountainbike-uitrusting. Inmiddels kan José zijn vriend Miguel bijhouden. José noemt hem desondanks nog altijd ‘maestro’. “Het is goed dat we met meerdere mensen fietsen”, zegt Miguel. “We zijn vaak met een groepje van vijf man. We letten goed op elkaar.”

Normaal gesproken raakt er niemand ernstig gewond. “Maar als je valt, doet het meestal pijn.” José en Miguel zijn goed uitgerust en dragen een helm, handschoenen en beschermers. “Als ik telkens zou vallen, had mijn vrouw de fiets allang van me afgepakt”, zegt José. Ze moeten allebei lachen. 

Alle gekheid op een stokje: “Je moet je aandacht erbij houden. Als we op een paar centimeter langs een afgrond rijden, en dat bij 30 km/h, dan mag ik me niet laten afleiden. Ik denk dan aan niets anders. En dat is maar goed ook.”

De twee mannen willen de tijd tot het donker nog benutten. Ze stappen weer op hun fiets en groeten een paar andere mountainbikers. De krachtige westenwind blaast zand en stof in hun gezicht.


José en Miguel zijn boven aangekomen. “We letten goed op elkaar”.


Nog één keer tot het gaatje gaan.

“Dit stuk vind ik het leukst”, zegt José tijdens de volgende korte pauze. Hij heeft zijn linkerhandschoen uitgetrokken en masseert zijn hand, die veel te verduren heeft gekregen op het ruige terrein. Volgende maand doen de beide mannen mee aan een mountainbikemarathon in Monegros, een woestijnachtig gebied. 216 kilometer, 1 600 meter omhoog, 8 000 deelnemers. “De wedstrijden zijn goed voor de motivatie. We willen steeds beter worden”, zegt José.

Om fit aan de start van de marathon te verschijnen, gaat hij bovendien meerdere keren per week joggen en let hij op zijn voeding. De laatste keer heeft hij het parcours in 5 uur afgelegd. “Nu is het mijn doel natuurlijk om daar nog iets onder te blijven.” Hij neemt een slok water, trekt zijn handschoen weer aan en rijdt richting het pad. Nog één keer 10 minuten tot het gaatje gaan. José’s ogen stralen.


Foto's: Sebastian Vollmert
Video: Martin Schneider-Lau

2 reacties