Drivertraining: Tips voor rijden in alle terrein

De Arocs beschikt over twee soorten vierwielaandrijving om een uitstekende tractie te waarborgen. Enerzijds de permanente vierwielaandrijving. Daarmee is de Arocs optimaal uitgerust om vooral op zwaar, veeleisend terrein te worden ingezet – bijvoorbeeld bij het wegrijden op steile hellingen op losse ondergrond. Zonder inschakeling van de terreinreductie ligt de krachtverdeling in de verdeelbak ongeveer een derde vooraan en twee derde achteraan. Door de terreinreductie in te schakelen, verandert de krachtverdeling naar een verhouding van 50 procent vooraan en 50 procent achteraan. De verdeelbak mag enkel geschakeld worden wanneer het voertuig stilstaat.

Ligt de nadruk op een hoog laadgewicht en een laag verbruik, dan is de inschakelbare vierwielaandrijving de juiste keuze. In de normale rijmodus op verharde wegen wordt de vooras hier namelijk niet mee aangedreven.

Permanent of inschakelbaar – wie schade aan versnellingsbakken, assen, differentieelsloten en banden wil vermijden, moet enkele zaken in het oog houden. Op onverhard terrein komt het erop aan om het terrein te overschouwen en het differentieelslot tijdig in te schakelen. Dat moet in stilstand of hoogstens tegen stapsnelheid gebeuren.

Draaien de aandrijfwielen door? Wordt het rem- of gaspedaal ingedrukt? Of bevindt de Arocs zich op vaste grond met een goede grip? In al deze gevallen mag het differentieelslot onder geen beding worden ingeschakeld. Na het inschakelen van het slot is het aan te raden om langzaam te vertrekken, omdat de klauwen van de vertanding mogelijk nog niet volledig vastgeklikt zijn. Zodra de zachte ondergrond wordt verlaten, moet het slot weer worden uitgeschakeld.

In de vierwielaandrijving met volledig ingeschakeld differentieelslot is de bestuurbaarheid sterkt beperkt. Daar moet de bestuurder rekening mee houden. Om goed vooruit te komen op onverhard terrein moet de rijmodus “offroad” van Mercedes PowerShift 3 worden gebruikt.

Bij voertuigen met vierwielaandrijving is ABS standaard uitschakelbaar, aangezien er zich op terreinondergrond bij het blokkeren van de wielen zachte (onder)grond voor de banden ophoopt. Dat verkort de remafstand. Aangezien vuil en modder in de bandenprofielen de grip op de weg sterk kunnen verminderen, moeten de banden na iedere rit op een terreinondergrond worden gereinigd en van ingeklemd vuil worden ontdaan.