S.E.E. Laurin en zijn autobetonpomp op Arocs-chassis

Gérard Laurin, de trotse bezitter van deze autobetonpomp, staat met zijn afstandsbediening op de tweede hoogste verdieping van het nieuwe gebouw in aanbouw.  Vandaag moet de vloer gebetonneerd worden. 20 m onder de bedrijfsleider van S.E.E. Laurin wacht de Arocs op de volgende betonmixer die zich achteraan aankoppelt aan de trechter van zijn pomp. Gérard Laurin schakelt de pomp in en houdt daarbij de arbeiders in het oog die de eindslang op het metalen hek richten op de plaats die gebetonneerd moet worden. "Zodra ze ophouden met werken, moet ik onmiddellijk de pomp stoppen", zegt hij.

Zoals Gérard Laurin uitlegt, is een autobetonpomp veel meer dan een vrachtwagen:het is een werkmachine, die vrijgesteld is van motorrijtuigenbelasting. Ondanks de 60 m lange verdeelmast is het rijklare voertuig slechts 4 m hoog. De theoretische pompapaciteit bedraagt 180 m³ per uur, de maximale pompdruk aan het uiteinde van de slang 83 bar. "Mijn autobetonpomp is op dit moment uniek in Frankrijk. Maar de concurrentie zal reageren: de behoefte bij de klanten wordt door ons geschapen", vindt Gérard Laurin.

Het hoofd van het bedrijf met hoofdzetel in Vitrolles bezit naast twee dozijn autobetonpompen ook eigen betonmixers. Hij weet dus waarover hij het heeft. In het jaar 2000 was hij de eerste in de regio die een pomp met een 42 m lange verdeelmast kocht. Kort daarna volgde een mastlengte van 52 m. In China zouden al pompen met meer dan 100 m lange verdeelmasten gebruikt worden.

Zover zijn ze in Frankrijk nog niet. De bouwondernemingen werken nog steeds met kranen en betonsilo's. “Daarbij is het beter om een pomp te nemen dan manueel te betonneren”, zegt Gérard Laurin en schudt zijn hoofd vol onbegrip. “Hier in Zuid-Frankrijk zijn we bevoordeeld, want we kunnen 26% van het vervaardigde beton pompen. In de rest van het land is dat 22%.” In vergelijking met andere Europese landen als Zwitserland, Italië en Nederland, waar in 70% van de gevallen met behulp van pompen gebetonneerd wordt, is dat erg weinig. “Zelfs in Marokko worden autobetonpompen veel meer gebruikt dan hier.”

Het iets hogere aandeel in Zuid-Frankrijk is te danken aan het feit dat betonleveranciers daar naast het beton en het transport ervan ook pompen aanbieden. Voor de aanleg van zwembaden zetten de bedrijven eveneens liever autobetonpompen in. “We zijn ook actief in de civieltechnische sector. We bouwen bijvoorbeeld bruggen of vormen voor de scheepsbouw in het droogdok”, vertelt Gérard Laurin verder. 

De nieuwe autobetonpomp is de eerste die door S.E.E. Laurin bij de Italiaanse fabrikant CIFA besteld werd. Investeringskost: een miljoen euro. Om gewicht te besparen zijn de laatste drie armen van de verdeelmast gemaakt van koolstofvezel, een constructie die weliswaar 30% duurder is dan de stalen versie, maar het voordeel heeft dat ze niet roest en tegelijk lichter en stijver is.

Toch zal de pomp voortdurend onderhouden moeten worden. Alle onderhoudswerken zullen hiervoor in de eigen werkplaats van het bedrijf in de vestiging in Vitrolles uitgevoerd worden. Aan slijtage onderhevige onderdelen, dichtingen, filters en hydraulische olie moeten regelmatig vervangen worden. Want de fijne betondeeltjes die onvermijdelijk in het hydraulisch circuit komen, leiden tot een beduidend snellere slijtage van het materiaal. “We moeten preventief te werk gaan: als er op de bouwplaats problemen ontstaan met de buizen en er zich beton in de mast bevindt, is dat helemaal niet goed”, zegt Gérard Laurin. Daarom moeten alle buizen na elk gebruik ter plaatse gereinigd worden, om te voorkomen dat het beton binnenin uithardt.

Dankzij deze preventieve onderhoudswerken kan Gérard Laurin zijn voertuigen 15 tot 18 jaar lang gebruiken. Hij doet dit werk al bijna 30 jaar en beschikt intussen over uitgebreide kennis van mechanica en hydraulica, zodat hij zelf een groot aantal onderhoudswerken kan uitvoeren. “Wat ik doe, doe ik met passie. Ik vind het dus niet erg”, zegt hij.

Ook de bestuurders van zijn autobetonpompen moeten deze passie delen, omdat ze veel verantwoordelijkheid dragen. Want ze beslissen ter plaatse of de voorwaarden voor het gebruik van hun machine vanuit veiligheidstechnisch oogpunt vervuld zijn. Als dat niet het geval is, kunnen ze het werk weigeren. De bouwplaatsen liggen vaak ver weg van de vestiging van het bedrijf, in de departementen Bouches-du-Rhône, Gard, en Vaucluse. Met een gemiddelde van 50 000 km per jaar leggen de autobetonpompen op die manier verrassend veel kilometers af.

Ook bij deze nieuwe 44,7 ton zware machine op Arocs-chassis zal dat niet anders zijn. Voor Gérard Laurin was het comfort van de bestuurderscabine van de Arocs dan ook een belangrijk argument bij zijn beslissing om opnieuw een voertuig van Mercedes-Benz aan te kopen.