Motor OM 473: Interview met de baas van de Ontwerp-afdeling
Voertuig & techniek
De nieuwe OM 473 is de krachtigste eenheid in de nieuwe generatie van motoren voor Mercedes-Benz vrachtwagens. De man daarachter: Dr. Elmar Böckenhoff, wereldwijd hoofdontwerper motoren en aandrijflijnen voor vrachtwagens bij Daimler Trucks.
Waarmee begint u wanneer u een nieuwe motor ontwerpt – hebt u een wit blad voor u liggen?
Böckenhoff: Ja, dat is het opmerkelijke aan deze
motorfamilie. We zijn letterlijk met een wit blad en een aslijn
begonnen. Het resultaat dat daaruit voortgekomen is, steunt in de
eerste plaats op de bevindingen van ons basisonderzoek. Bij het
ontwerp hebben we daarnaast ook rekening gehouden met de vereisten die
we vanuit de markten en de geplande toepassingen kennen. En natuurlijk
ook met de enorme ervaring die de collega’s van Daimler Trucks hebben.
De OM 473 is de jongste telg van een motorenfamilie die voor het
gebruik op de weg bedoeld is. Met de OM 473 is die motorenfamilie nu
compleet.
De vertrouwde V6- en V8-motoren waren voorbeelden van
betrouwbaarheid en efficiëntie. Waarom is het nu belangrijk om een
lijnmotor te bouwen?
Böckenhoff: Daar zijn heel concrete technologische
redenen voor. Op het vlak van de uitlaatgasrecirculatie is heel wat
voor de lijnmotor te zeggen. Bij dat motortype is een zuivere
scheiding tussen de koude en warme kant van de motor mogelijk. Bij een
V-motor kan dat niet. Bovendien was het onze bedoeling om een
bouwreeks te ontwerpen die in Europa, de VS en Japan aanvaard wordt.
Op dat gebied houdt de 6-cilinder-in-lijn motor een enorm potentieel
in. Het voordeel is ook dat de ontwikkelingsinspanningen over een veel
groter aantal exemplaren gespreid kunnen worden. Op die manier kunnen
we een technologiesprong aanbieden die door één markt afzonderlijk
niet gedragen kan worden.
Wat zijn de basiseigenschappen van de nieuwe OM 473?
Böckenhoff: De eigenschappen die ook de hele
bouwreeks kenmerken – stevigheid, kwaliteit en betrouwbaarheid.
Bovendien heeft hij de grootste cilinderinhoud, het hoogste koppel en
het grootste vermogen van onze nieuwe motorgeneratie. Hij is gemaakt
voor zware toepassingen, waarbij zware lasten tegen een hoge snelheid
vervoerd moeten worden.
De OM 473 is ondanks Euro VI zuiniger dan zijn voorganger. Hoe bent u daarin geslaagd?
Böckenhoff: De motor is zo ontworpen dat hij met een uiterst hoge verbrandingsdruk kan werken. Dat is de basis voor een efficiënte verbranding. Boven de 230 bar waarvoor we geopteerd hebben, neemt de wrijving in de motor zelf drastisch toe. We hebben nu een optimale situatie en dat was ook waar we naar toe wilden.
Voor welk injectiesysteem hebt u gekozen?
Böckenhoff: Deze motorreeks heeft een bijzonder innovatief common-rail systeem dat een zeer hoge injectiedruk mogelijk maakt. Bovendien hebben we de mogelijkheid om het verloop van de brandstofinjectie te moduleren. Dat betekent dat we over de injectieduur van enkele milliseconden in meerdere stappen verschillende hoeveelheden brandstof kunnen inspuiten. Dat heeft in alle toerentalgebieden een bijzonder positief effect op het verbruik.
U hebt de motor met een tweede turbolader uitgerust …
Böckenhoff: … een met de turbocompound-technologie! Die zorgt vooral bij hoge belasting- en vermogensniveaus voor een duidelijke efficiëntiewinst. Met de tweede turbolader winnen we uit de uitlaatgassen voorbij de eerste turbolader nog meer energie terug. Die energie dragen we op de krukas over.
Wat vindt u zo bijzonder fascinerend aan de OM 473?
Böckenhoff: De turbocompound-technologie, die op zich al een bijzonder indrukwekkend en in Europa uniek aanbod is, laat ik hier even buiten beschouwing. Wat mij vooral fascineert, is de combinatie van technologieën. En het feit dat de mogelijkheden van elke technologie maximaal benut worden. Maximumdruk, injectiesysteem, injectiemodulatie, motorrem – al die elementen functioneren in deze motor op hun best. Belangrijk voor mij is ook het respect voor de prestatie van mijn team. Dat heeft schitterende afzonderlijke oplossingen ontworpen. Maar dankzij de medewerking van vele mensen is daaruit een perfect geheel tot stand gekomen, dat ook de aandrijflijn en de uitlaat omvat.
De motor van deze cilinderinhoud was in de VS al op de markt. Profiteren de klanten in Europa daarvan?
Böckenhoff: Zonder twijfel, ja. We voeren deze
motorfamilie geleidelijk in. We zijn in de VS begonnen, vervolgens
kwam Europa aan de beurt. Nu komen die eerste technologieën die we in
Europa verder ontwikkeld hebben, weer in de VS op de markt. Door die
intense uitwisseling bereiken we al bij het begin van de verkoop een
tot nu toe ongeëvenaarde kwaliteit. En dat is aan verfijningen en
detailoplossingen te danken. Het basisconcept blijft onveranderd. De
OM 473 profiteert enorm van de ervaring in de VS – in zware
toepassingen, maar ook in normaal vlootgebruik.
De OM 473 ontwikkelt in zijn krachtigste uitvoering een
vermogen van 460 kW. Is dat genoeg om als topmotor te fungeren?
Böckenhoff: We doen niet mee aan een race waarin
alleen op een hoger vermogen gemikt wordt. Bij ons komen niet de
showroom en de marketing op de eerste plaats - maar wel het werk dat
de motor kan leveren, de lasten die hij kan vervoeren en de
toepassingen waarin hij gebruikt wordt. Als onderdeel van de
motorenfamilie heeft deze topmotor niet alleen dezelfde constructie
als de andere motoren, maar voldoet hij ook aan alle vereisten op het
vlak van betrouwbaarheid, levensduur en duurzaamheid. Op die punten
zullen we nooit compromissen sluiten.
Durft u een prognose aan? Is over 20 jaar een hybride
aandrijving de standaardoplossing voor zware vrachtwagens?
Böckenhoff: De dieselmotor heeft in vergelijking met
de andere motorsystemen een extreem hoge efficiëntiegraad bereikt.
Bovendien zijn meer bepaald bij bedrijfsvoertuigen de vereisten aan de
vermogensdichtheid extreem hoog. Die dieselmotor zal daarom nog
geruime tijd in een groot segment van de markt aanwezig zijn.
Daarnaast zullen er echter ook toepassingsdomeinen zijn waarin de
meerkosten door de hybride aandrijving gedragen kunnen worden.
Heeft deze motor nog ontwikkelingsmogelijkheden?
Böckenhoff: In principe wel. Daarbij spelen echter twee factoren een rol. De eerste is het wettelijke kader. Dat heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat er nu Euro VI-motoren zijn waarvan de uitlaatgassen op bepaalde plaatsen zuiverder zijn dan de aangezogen lucht. De tweede factor is het rendement van de klanten. Er zijn nog heel wat technologieën die het ons mogelijk maken om de efficiëntie nog te verhogen - de recuperatie van de uitlaathitte bijvoorbeeld. Of een technologie op de markt komt, en wanneer, hangt echter af van de ontwikkeling van de brandstofprijs. Want uiteindelijk moet de investering terugverdiend worden. Dat is trouwens een bewijs dat alle toekomstige technologieën moeten leveren. De dieselmotor, meer bepaald de OM 473, heeft dat al bewezen.
Commentaar
Log in om een commentaar toe te voegen.
Nog geen comments