De nieuwe zijderoute – in Kazachstan

Standaard: Reisdagboek

Bij de sjasliekprofessionals.

Na een verplichte pauze in het douanedepot van Almaty trekt de crew verder.

Na een urenlange rit stopt de crew aan een wegrestaurant.  Hier worden allerlei schaapproducten aan de man gebracht.
Na een urenlange rit stopt de crew aan een wegrestaurant. Hier worden allerlei schaapproducten aan de man gebracht.
Na een urenlange rit stopt de crew aan een wegrestaurant.  Hier worden allerlei schaapproducten aan de man gebracht.
Na een urenlange rit stopt de crew aan een wegrestaurant. Hier worden allerlei schaapproducten aan de man gebracht.
Na een urenlange rit stopt de crew aan een wegrestaurant.  Hier worden allerlei schaapproducten aan de man gebracht.
Na een urenlange rit stopt de crew aan een wegrestaurant. Hier worden allerlei schaapproducten aan de man gebracht.
Na een urenlange rit stopt de crew aan een wegrestaurant.  Hier worden allerlei schaapproducten aan de man gebracht.
Na een urenlange rit stopt de crew aan een wegrestaurant. Hier worden allerlei schaapproducten aan de man gebracht.
Het toilet van het restaurant is in elk geval niets meer dan een houten hok in het open veld.
Het toilet van het restaurant is in elk geval niets meer dan een houten hok in het open veld.

De Kazakse autoriteiten hebben ons een speciale toelating gegeven waarmee we nu ook zonder geldige nummerplaten door Kazachstan mogen rijden. We verlaten Almaty. Vlak naast onze weg loopt de Kazaks-Kirgizische grens. Ze doorsnijdt het uitgestrekte grasland, dat in het zuiden begrensd wordt door het ongeveer 2.400 kilometer lange Tiensjan-gebergte met zijn eeuwige sneeuw op de toppen.

Sjasliek in een wegrestaurant.

De avond valt, en we houden eindelijk halt in een ietwat eigenzinnig wegrestaurant: rechts en links van de straat staan scheepscontainers waarin kleine restaurants en winkeltjes allerlei schaapproducten aanbieden. Sokken, leren jassen, vlees en nog veel meer. Voor de winkels worden de slapen geslacht en onmiddellijk verwerkt tot sjasliek. Met platbrood, tomatensalade en uien – en het smaakt overheerlijk.

Het toilet van het restaurant is in elk geval niets meer dan een houten hok in het open veld. Daar zit nog potentieel! We rijden nog een stuk verder naar de stad Taras en zetten op een bewaakte parkeerplaats ons nachtkamp op. 


Paarden steken de baan over. Naast de weg lopen handelaars langs hun winkeltjes.
Paarden steken de baan over. Naast de weg lopen handelaars langs hun winkeltjes.
Paarden steken de baan over. Naast de weg lopen handelaars langs hun winkeltjes.
Paarden steken de baan over. Naast de weg lopen handelaars langs hun winkeltjes.
Paarden steken de baan over. Naast de weg lopen handelaars langs hun winkeltjes.
Paarden steken de baan over. Naast de weg lopen handelaars langs hun winkeltjes.

De tijd dringt.

6 uur. Een kattenwasje, spiegelei, koffie. We verlaten de parkeerplaats. Als we ons aan onze planning willen houden, mogen we niet treuzelen. Taras ligt achter ons, we bollen verder in westelijke richting. Bij Şımkent verlaten we de oost-westroute en buigen we af naar het noorden. Borden geven de Russische stad Samara al aan – nog 2.163 kilometer.

IJskoude douche.

De veeweiden in deze streek lijken wel eindeloos. Herders op paarden begeleiden enorme kuddes schapen en koeien. Een kamelenkaravaan trekt voorbij in de verte. Paarden steken de baan over. We nemen geen risico’s en geven voorrang.

In de namiddag stoppen we aan een klein wegrestaurant en eten de kaas, de salami en het platbrood op dat we meebrachten. Het dessert, meloen, kopen we rechtstreeks bij een boer aan de andere kant van de vierbaans autosnelweg. Een zebrapad brengt ons ‘veilig’ naar de overkant. Nog 400 kilometer tot aan onze bestemming voor die dag, Qizilorda.

Bij zonsondergang bereiken we deze voormalige vestingstad. Op het parkeerterrein kan je voor omgerekend één euro douchen. Het water is ijskoud – en later genieten we van de deugddoende warmte in onze verwarmde vrachtwagencabines. 



Temperaturen rond het vriespunt.

We worden wakker met temperaturen rond het vriespunt, maar ook met een fantastische zonsopgang. Na een rit van vele uren door de Kazakse steppe bereiken we het afgesperde gebied rond het Kosmodroom van Bajkonoer.

De oudste en grootste lanceerbasis ter wereld werd al gebruikt in het Sovjettijdperk en wordt momenteel verpacht aan Rusland. Niemand mag het terrein betreden zonder speciale vergunning. Een taxichauffeur stelt voor om ons voor 50 euro naar Bajkonoer te brengen. Maar we moeten de klok in de gaten houden en wijzen hem af.


Weinig afwisseling:  uren aan een stuk door de Kazakse steppe.
Weinig afwisseling: uren aan een stuk door de Kazakse steppe.
Weinig afwisseling:  uren aan een stuk door de Kazakse steppe.
Weinig afwisseling: uren aan een stuk door de Kazakse steppe.
Weinig afwisseling:  uren aan een stuk door de Kazakse steppe.
Weinig afwisseling: uren aan een stuk door de Kazakse steppe.
Weinig afwisseling:  uren aan een stuk door de Kazakse steppe.
Weinig afwisseling: uren aan een stuk door de Kazakse steppe.
We rijden voorbij het Kosmodroom van Bajkonoer.  Dit gebied wordt sinds het einde van de Sovjet-Unie door Rusland gepacht en tot op vandaag gebruikt als raketlanceerbasis.
We rijden voorbij het Kosmodroom van Bajkonoer. Dit gebied wordt sinds het einde van de Sovjet-Unie door Rusland gepacht en tot op vandaag gebruikt als raketlanceerbasis.

Een meer zonder water.

In een dorp middenin de steppe wenken enkel locals ons om gedroogde vis te kopen. Een blik op de landkaart geeft aan: we zijn nu ten noorden van het Aralmeer onderweg. Van dit ooit vierde grootste waterbekken ter wereld zijn hele  stukken volledig opgedroogd tot een woeste vlakte. Als er op de kaart geen meer zou staan, zouden we er in dit gebied zeker geen verwachten.

We rijden nog een paar uur verder, tot de spoorassistent met gezoem herhaaldelijk van zich laat horen. Een duidelijk teken dat we het voor vandaag best voor bekeken houden en een plek zoeken om te overnachten.



Naar de grens.

‘s Nachts hebben we buren gekregen. Naast ons staan verschillende families uit Kirgizië. De auto’s, waaronder ook een Mercedes-Benz Vito, zitten propvol en op het dak zijn bergen bagage geladen. In Duitsland een geval van overbelading en een slecht vastgemaakte lading, in Kazachstan geen enkel probleem. De families hebben in Rusland gewerkt en zijn nu met hun hele hebben en houwen op de terugweg naar huis, naar Kirgizië. 

Vertrek. De weg gaat over in een tweevaksbaan, en de staat ervan wordt steeds slechter. Op de tegenliggende rijstrook is een oudere vrachtwagen de talud afgeschoven. Door de kapotte voorruit kon de bestuurder zonder verwondingen uit zijn voertuig klimmen, nu staat hij te bellen. Het zal nog wel een tijdje duren voor er hulp arriveert. Maar wij kunnen met een gerust hart doorrijden. 


De crew van de zijdenroute in Kazachstan.


Laatste trek door Kazachstan.

Het konvooi begint nu aan de laatste kilometers in Kazachstan. De Russische nummerplaten zijn nu onze eerste bezorgdheid. Onze Wit-Russische chauffeur telefoneert onvermoeibaar met de Russische autoriteiten. Gelukkig met succes, want zaterdagochtend kunnen we onze nummerplaten gaan afhalen in een politiekantoor in een klein dorpje aan de andere kant van de grens.

In het pikdonker bereiken we de grens met Rusland, de vrachtwagens moeten aanschuiven. We hebben geen lading bij en raken probleemloos de grens over. Nog een paar kilometer tot aan het plaatsje Bolshaya Chernigovka, en dan zit het er voor ons op. Hier krijgen we morgen onze nummerplaten. 

De volgende dag begint met donkere wolken en regen. Daar komt nog bij dat de kwestie van de transitplaten nog niet zo eenvoudig is. We besluiten spijkers met koppen te slaan en hier ineens 24 uur pauze in te lassen. Want ook in Kazachstan en Rusland moet je je aan de rij- en rusttijden houden. 

Nu nog alleen de nummerplaten op de voertuigen bevestigen en dan zit onze dagtaak erop en leggen we ons te slapen. Hoe dan ook: we zijn hier in het beste gezelschap. De andere chauffeurs op de parkeerplaats zitten rond een tafel uit Europallets en hebben hun gasvuurtjes aangestoken. 


Foto's: Eberhard Joos

12 comments