Gepolijst ijs en een stukje thuis middenin Siberië voor de Zwitserse avonturiers – Deel 10

Reeks: 4-Xtremes

Aan het Baikalmeer.

De Kammermanns beleven in Siberië echte gastvrijheid, adembenemende natuur – en dichtgevroren sloten. Deel 10 van onze reeks.

Bijna eindeloze uitgestrektheid: het Baikalmeer is meer dan 30.000 m² groot – en dus groter dan België.


Om te beginnen een quizvraag: We zitten in een warme woonkamer in Novosibirsk en wachten op onze maaltijd. Wat wordt er opgediend? Raclette – een stukje thuis middenin Siberië! Onze gastheer heet Mikhail en heeft een Unimog, waarmee hij in de bossen in de buurt van zijn woonplaats door de modder en de sneeuw ploetert. We hebben al maanden contact op Instagram en hij heeft ons bij hem thuis uitgenodigd. Opnieuw zo’n verhaal dat je zelf niet zou kunnen verzinnen.

Een nationaal park helemaal voor ons alleen.

We hebben een expeditie aan het Baikalmeer achter de kiezen. Het is wereldnatuurerfgoed volgens Unesco en tegelijkertijd het oudste en diepste zoetwatermeer van de wereld. Van de stad Oelan-Oede, waar we bij onze landgenoot Lukas pauze namen, reden we naar de oostkant van deze enorme watermassa. Daar lag zoveel sneeuw dat de oever voor een groot stuk ontoegankelijk was. Daarom brachten we eerst nog een nacht door in het Zabaykalsky National Park – dat we voor ons alleen hadden. De mensen kijken altijd vreemd op omdat we in de winter onderweg zijn en niet wanneer het warm is.


Witte pracht: de Kammermanns hadden het droomlandschap aan het Baikalmeer vaak voor zich alleen.
Witte pracht: de Kammermanns hadden het droomlandschap aan het Baikalmeer vaak voor zich alleen.
Witte pracht: de Kammermanns hadden het droomlandschap aan het Baikalmeer vaak voor zich alleen.
Witte pracht: de Kammermanns hadden het droomlandschap aan het Baikalmeer vaak voor zich alleen.
Witte pracht: de Kammermanns hadden het droomlandschap aan het Baikalmeer vaak voor zich alleen.
Witte pracht: de Kammermanns hadden het droomlandschap aan het Baikalmeer vaak voor zich alleen.
Witte pracht: de Kammermanns hadden het droomlandschap aan het Baikalmeer vaak voor zich alleen.
Witte pracht: de Kammermanns hadden het droomlandschap aan het Baikalmeer vaak voor zich alleen.
Witte pracht: de Kammermanns hadden het droomlandschap aan het Baikalmeer vaak voor zich alleen.
Witte pracht: de Kammermanns hadden het droomlandschap aan het Baikalmeer vaak voor zich alleen.
Witte pracht: de Kammermanns hadden het droomlandschap aan het Baikalmeer vaak voor zich alleen.
Witte pracht: de Kammermanns hadden het droomlandschap aan het Baikalmeer vaak voor zich alleen.
Witte pracht: de Kammermanns hadden het droomlandschap aan het Baikalmeer vaak voor zich alleen.
Witte pracht: de Kammermanns hadden het droomlandschap aan het Baikalmeer vaak voor zich alleen.
Witte pracht: de Kammermanns hadden het droomlandschap aan het Baikalmeer vaak voor zich alleen.
Witte pracht: de Kammermanns hadden het droomlandschap aan het Baikalmeer vaak voor zich alleen.
Witte pracht: de Kammermanns hadden het droomlandschap aan het Baikalmeer vaak voor zich alleen.
Witte pracht: de Kammermanns hadden het droomlandschap aan het Baikalmeer vaak voor zich alleen.
Witte pracht: de Kammermanns hadden het droomlandschap aan het Baikalmeer vaak voor zich alleen.
Witte pracht: de Kammermanns hadden het droomlandschap aan het Baikalmeer vaak voor zich alleen.

De volgende dag geraakten we tot aan de oever. Het meer was hier niet helemaal dichtgevroren, maar we konden toch op het ijs wandelen en van de natuur genieten. De rangers aan de ingang van het park hadden ons gewaarschuwd dat we niet met onze truck op het ijs mochten rijden. Dat was zelfs nog niet bij ons opgekomen! Maar veel Russen zijn minder voorzichtig aangelegd. Ze proberen het gewoon en rijden met open deuren over het ijs.  Zo kunnen ze in geval van nood snel uit hun auto springen. We hebben hierover al afgrijselijke verhalen gehoord.

Koudegolf in Irkoetsk.

Na een rit langs de zuidwestelijke oever van het Baikalmeer bereikten we Irkoetsk, de hoofdstad van Siberië. Daar zijn we in een recordtijd doorgereden. Want hoewel we aan de koudepool Ojmjakon een ‘warme’ week hadden gewenst, heerste hier een koudegolf. ‘s Nachts daalde de thermometer tot min 40 graden. Overdag was het, mede dankzij de bijtende wind, amper minder grimmig.

Na twee nachten vertrokken we in de richting van de westelijke oever. Daar wilden we in een baai in de buurt van de stad Chernorud het mooie blauwe glinsterende ijs zien – en we werden niet teleurgesteld. Dankzij de constante wind is het ijs perfect gepolijst.  Met dit uitzicht maakte het ons niets uit dat we voor onze wandeling onze dikste jas moesten aantrekken. Hoewel hier personenwagens en hovercrafts over het ijs rijden, is het een grappig gevoel om onder je voeten alleen maar zwart te zien. Je voelt je veiliger als je over een diepe barst staat: want dan weet je hoe dik het ijs is.



In de ijzige wind.

Voor de nacht reden we weg van de oever. Want nadat de Axor slechts één uur in de koude wind heeft gestaan, werd de servovloeistof al stroperig. We moesten voorzichtig sturen, anders zou de olie zijn overgelopen. Een kamp uit de wind was dus belangrijk. Het landschap langs de westkant van het Baikalmeer deed ons aan Mongolië denken: glooiende heuvels, weinig begroeiing. Met een laagje sneeuw erover ziet het eruit als een schilderij.

‘s Ochtends gingen we nog een keer het ijs op om foto’s te maken. Het was weer erg koud, min 37 graden. Zodra we, toen we van de baai langs het schiereiland liepen, aan het open water kwamen, waaide het zo hard dat we achteruit moesten stappen om onze gezichten te beschermen tegen de wind.  Na een paar foto’s gingen we terug. Aimée hadden we zelfs niet meegenomen op deze tocht op het blanke ijs.

Kilometers vreten, want ons visum loopt af!

Dan moesten we kilometers vreten – omdat ons Russische visum nog maar 15 dagen geldig was. Vanaf Irkoetsk reden we over de M55, die dwars door het land gaat, in westelijke richting. De afstand tot aan de Kazachse grens: nog dik 3.500 kilometer, ongeveer even ver als van Zürich tot aan de Noordkaap.

Op de derde dag deed er zich op de weg iets ongewoon voor: voor Ojmjakon was in het slot langs de passagierskant een plastic stukje afgebroken, zodat we de deur alleen nog maar langs binnen konden afsluiten. We willen dat in ‘Axor-land’ Turkije laten repareren. Toen Mike voor een pauze op de bestuurderszetel met de sleutel draaide, krakte er iets. Nu was ook dit slot stuk, en we stonden buiten. Gelukkig konden we nog in onze woonbox.


Felblauw ijs – en een trouwe helper: als er in de Siberische winter iets ontdooid moet worden, halen de Kammermanns graag hun haardroger boven.
Felblauw ijs – en een trouwe helper: als er in de Siberische winter iets ontdooid moet worden, halen de Kammermanns graag hun haardroger boven.
Felblauw ijs – en een trouwe helper: als er in de Siberische winter iets ontdooid moet worden, halen de Kammermanns graag hun haardroger boven.
Felblauw ijs – en een trouwe helper: als er in de Siberische winter iets ontdooid moet worden, halen de Kammermanns graag hun haardroger boven.

‘MacGyver-tool’ als deuropener.

De volgende ochtend hadden we een uur nodig om in onze truck in te breken. We demonteerden de passagiersdeur zo ver tot ik – Andrea – met mijn arm met de ‘MacGyver-tool’ – een bezemsteel en een deel van mijn statief aan elkaar gekleefd met tape – door de spleet kon steken en de deur kon openen.

Mike moest ze dan bliksemsnel opvangen. Allemaal bij min 35 graden! Ondertussen moesten we onze bevroren vingers een paar keer opwarmen in de woonbox. Omdat beide deuren van de bestuurderscabine sindsdien niet meer dicht gaan, nemen we elke avond de meest waardevolle zaken mee naar achter.

Op de M55 zijn er genoeg tankstations zodat we geen brandstof meer moeten opslaan. Maar dat is geen garantie tegen verrassingen: bij een bekend merk sloegen we voorraad in – om de volgende ochtend te ontdekken dat het geen winterdiesel was.

Hoewel het die nacht niet kouder dan min 30 graden was, was de diesel toch zo stroperig geworden dat de standverwarming niet aansprong. Onze haardroger was onze redding. Daarmee warmden we de dieselfilter plus slangen zo lang op, tot de standverwarming ‘ontwaakte’ en op haar beurt de motor kon voorverwarmen.

Ondertussen is de koudegolf voorbij, en waarschijnlijk moeten we binnenkort opnieuw de diepvrieskist in gebruik nemen. Binnen een paar dagen steken we de grens naar Kazachstan over.

Als we de Axor uit de parkeerplaats van onze gastheer Mikhail kunnen manoeuvreren natuurlijk. Hem op zijn plaats krijgen, heeft een half uur geduurd. Maar daar zullen we pas ons hoofd over breken als het zover is. Nu eerst raclette.




Foto's: 4-Xtremes

15 comments