De Kammermanns stoten door tot op de Koudepool, ondanks alle hindernissen – Deel 9

Reeks: 4-Xtremes

Koudetest.

Rijden over dichtgevroren rivieren, een ontmoeting met Jakoetische paarden en min 40 graden in de cabine: een buitengewone etappe voor de Kammermanns. Deel 9 van onze reeks.

Baasje en hond, dik ingepakt: bij buitentemperaturen van soms 40 graden onder nul was het soms ook in de cabine ijzig koud.


De thermometer geeft min 15 graden aan, en het voelt aan als lente. Zolang het niet kouder wordt dan min 20 graden, hebben we geen handschoenen nodig. We hadden meer dan een maand ijzige temperaturen en zijn eraan gewend geraakt. Ja, we hebben Ojmjakon bereikt, onze derde Xtreme-locatie in het Verre Oosten van Rusland. Maar alles op zijn tijd, want de weg daar naartoe was spectaculair en ons verblijf ook.

Een paar dagen na ons laatste bericht zag ik in het donker – door de korte dagen rijden we nu ook ‘s avonds – plots vlammen van onder de woonruimte komen. Mike stopte en sprong met de brandblusser in de woonbox. Pas na een lange, bange seconde beseften we: hier brandt niets, maar uit het verdeeldifferentieel lekte olie die verdampte op de hete truckonderdelen. Door het licht onderaan op de box zag het eruit als vlammen.

In sneltempo reden we naar de volgende afrit en brachten we een van onze koudste nachten tot dusver door in onzekerheid. De volgende ochtend wees de thermometer nog altijd min 45 graden aan. Nu zagen we dat er heel veel olie gelekt was, maar niet waar ze vandaan kwam. We vulden olie bij, maar hadden niet genoeg bij om het peil echt aan te passen.


Sneeuw, zo ver je kunt zien: in de Siberische winter beleefden de Kammermanns korte, maar ook stralend mooie dagen.
Sneeuw, zo ver je kunt zien: in de Siberische winter beleefden de Kammermanns korte, maar ook stralend mooie dagen.
Sneeuw, zo ver je kunt zien: in de Siberische winter beleefden de Kammermanns korte, maar ook stralend mooie dagen.
Sneeuw, zo ver je kunt zien: in de Siberische winter beleefden de Kammermanns korte, maar ook stralend mooie dagen.
Sneeuw, zo ver je kunt zien: in de Siberische winter beleefden de Kammermanns korte, maar ook stralend mooie dagen.
Sneeuw, zo ver je kunt zien: in de Siberische winter beleefden de Kammermanns korte, maar ook stralend mooie dagen.
Sneeuw, zo ver je kunt zien: in de Siberische winter beleefden de Kammermanns korte, maar ook stralend mooie dagen.
Sneeuw, zo ver je kunt zien: in de Siberische winter beleefden de Kammermanns korte, maar ook stralend mooie dagen.
Sneeuw, zo ver je kunt zien: in de Siberische winter beleefden de Kammermanns korte, maar ook stralend mooie dagen.
Sneeuw, zo ver je kunt zien: in de Siberische winter beleefden de Kammermanns korte, maar ook stralend mooie dagen.
Sneeuw, zo ver je kunt zien: in de Siberische winter beleefden de Kammermanns korte, maar ook stralend mooie dagen.
Sneeuw, zo ver je kunt zien: in de Siberische winter beleefden de Kammermanns korte, maar ook stralend mooie dagen.
Sneeuw, zo ver je kunt zien: in de Siberische winter beleefden de Kammermanns korte, maar ook stralend mooie dagen.
Sneeuw, zo ver je kunt zien: in de Siberische winter beleefden de Kammermanns korte, maar ook stralend mooie dagen.
Sneeuw, zo ver je kunt zien: in de Siberische winter beleefden de Kammermanns korte, maar ook stralend mooie dagen.
Sneeuw, zo ver je kunt zien: in de Siberische winter beleefden de Kammermanns korte, maar ook stralend mooie dagen.
Sneeuw, zo ver je kunt zien: in de Siberische winter beleefden de Kammermanns korte, maar ook stralend mooie dagen.
Sneeuw, zo ver je kunt zien: in de Siberische winter beleefden de Kammermanns korte, maar ook stralend mooie dagen.
Sneeuw, zo ver je kunt zien: in de Siberische winter beleefden de Kammermanns korte, maar ook stralend mooie dagen.
Sneeuw, zo ver je kunt zien: in de Siberische winter beleefden de Kammermanns korte, maar ook stralend mooie dagen.

Enorme afstanden, beperkte infrastructuur.

Opnieuw in slakkengang legden we 50 kilometer tot aan het volgende dorp af – en kregen we een idee van hoe enorm de afstanden hier zijn en hoe beperkt de infrastructuur: Het was nog 800 kilometer tot aan de werkplaats van Daimler-dochter Kamaz in Jakoetsk, waar we hoe dan ook naartoe moesten voor een check-up. Onderweg konden we in een kleinere werkplaats altijd olie laten bijvullen en zo toch enigszins gerustgesteld naar Jakoetsk vertrekken.

Op het heuvelige, besneeuwde traject kwamen we een aantal voertuigen tegen, die met panne aan de kant stonden, van de baan gegleden of omgekanteld waren – en uiterst coole Russen: we stopten bij een vrachtwagen die op zijn zijkant lag om te helpen. Maar de twee passagiers stonden bij min 40 graden ontspannen buiten en deden teken dat we konden doorrijden. Er komt al iemand!



Met de Axor over het ijs.

Voor Jakoetsk stond Aleksandr, het hoofd van de werkplaats, ons op te wachten. Want er was een hindernis: de Lena. In de zomer vaart er een boot over de rivier en in de winter … het ijs. De verkeerspolitie had de rivier vrijgegeven voor voertuigen tot tien ton, te weinig voor ons. Maar Aleksandr zei dat hij ons wel zou overhelpen. We waren sceptisch. 10 kilometer van de ene naar de andere oever! Daarvan legden we wel een deel af over een eiland, maar de stukken over het ijs waren lang genoeg voor een misselijk gevoel.

Na wat heen-en-weer vertalen met behulp van een app besloten we dan toch om Aleksandr te volgen. Voor het ijs gaven borden aan om 50 meter tussenafstand te bewaren en tegen een maximumsnelheid van 20 km/u te rijden. De plaatselijke bevolking trok zich daar echter niets van aan want we werden ingehaald door verschillende personenwagens. Alsof de aanblik van ijs onder onze wielen, waaronder de donkerblauwe rivier schitterde, nog niet angstaanjagend genoeg was! Maar: we hebben het overleefd!


Op naar de beslissende etappe!

In de werkplaats bleek: het olielek werd veroorzaakt door een oude dichting. Wat een geluk dat er geen grote reparaties nodig waren! De monteurs isoleerden nog de leidingen en reservoirs van de servosturing, en dan waren we klaar voor onze volgende bestemming: Ojmjakon. Nog maar 1.000 kilometer! Na opnieuw een rivierovertocht staken we op de Kolyma Highway een bergketen over. Het landschap is wondermooi! Omdat de zon zo ver in het noorden altijd vlakbij de horizon staat, heb je de hele dag het perfecte licht om foto’s te maken. Waarbij het in de winter maar licht is tussen 9 en 15 uur.

De laatste 200 kilometer legden we af over een kleinere weg, waar we op de hele dag maar drie, vier auto’s tegenkwamen. ‘s Avonds kunnen we, ook dankzij de lampen van LED Lightpower op het dak, altijd goed inschatten of er geschikte plaats is om te overnachten. Toch staan we ook ‘s ochtends soms voor verrassingen. Zo kregen we een keer bezoek van Jakoetische paarden.


Ruime keus op de vismarkt van Jakoetsk – en eindelijk weer ontvangst! Onderweg naar Ojmjakon zaten de Kammermanns gedurende weken in de spreekwoordelijke “dode zone”.
Ruime keus op de vismarkt van Jakoetsk – en eindelijk weer ontvangst! Onderweg naar Ojmjakon zaten de Kammermanns gedurende weken in de spreekwoordelijke “dode zone”.
Ruime keus op de vismarkt van Jakoetsk – en eindelijk weer ontvangst! Onderweg naar Ojmjakon zaten de Kammermanns gedurende weken in de spreekwoordelijke “dode zone”.
Ruime keus op de vismarkt van Jakoetsk – en eindelijk weer ontvangst! Onderweg naar Ojmjakon zaten de Kammermanns gedurende weken in de spreekwoordelijke “dode zone”.
Ruime keus op de vismarkt van Jakoetsk – en eindelijk weer ontvangst! Onderweg naar Ojmjakon zaten de Kammermanns gedurende weken in de spreekwoordelijke “dode zone”.
Ruime keus op de vismarkt van Jakoetsk – en eindelijk weer ontvangst! Onderweg naar Ojmjakon zaten de Kammermanns gedurende weken in de spreekwoordelijke “dode zone”.
Ruime keus op de vismarkt van Jakoetsk – en eindelijk weer ontvangst! Onderweg naar Ojmjakon zaten de Kammermanns gedurende weken in de spreekwoordelijke “dode zone”.
Ruime keus op de vismarkt van Jakoetsk – en eindelijk weer ontvangst! Onderweg naar Ojmjakon zaten de Kammermanns gedurende weken in de spreekwoordelijke “dode zone”.
Ruime keus op de vismarkt van Jakoetsk – en eindelijk weer ontvangst! Onderweg naar Ojmjakon zaten de Kammermanns gedurende weken in de spreekwoordelijke “dode zone”.
Ruime keus op de vismarkt van Jakoetsk – en eindelijk weer ontvangst! Onderweg naar Ojmjakon zaten de Kammermanns gedurende weken in de spreekwoordelijke “dode zone”.
Ruime keus op de vismarkt van Jakoetsk – en eindelijk weer ontvangst! Onderweg naar Ojmjakon zaten de Kammermanns gedurende weken in de spreekwoordelijke “dode zone”.
Ruime keus op de vismarkt van Jakoetsk – en eindelijk weer ontvangst! Onderweg naar Ojmjakon zaten de Kammermanns gedurende weken in de spreekwoordelijke “dode zone”.
Ruime keus op de vismarkt van Jakoetsk – en eindelijk weer ontvangst! Onderweg naar Ojmjakon zaten de Kammermanns gedurende weken in de spreekwoordelijke “dode zone”.
Ruime keus op de vismarkt van Jakoetsk – en eindelijk weer ontvangst! Onderweg naar Ojmjakon zaten de Kammermanns gedurende weken in de spreekwoordelijke “dode zone”.
Ruime keus op de vismarkt van Jakoetsk – en eindelijk weer ontvangst! Onderweg naar Ojmjakon zaten de Kammermanns gedurende weken in de spreekwoordelijke “dode zone”.
Ruime keus op de vismarkt van Jakoetsk – en eindelijk weer ontvangst! Onderweg naar Ojmjakon zaten de Kammermanns gedurende weken in de spreekwoordelijke “dode zone”.
Ruime keus op de vismarkt van Jakoetsk – en eindelijk weer ontvangst! Onderweg naar Ojmjakon zaten de Kammermanns gedurende weken in de spreekwoordelijke “dode zone”.
Ruime keus op de vismarkt van Jakoetsk – en eindelijk weer ontvangst! Onderweg naar Ojmjakon zaten de Kammermanns gedurende weken in de spreekwoordelijke “dode zone”.
Ruime keus op de vismarkt van Jakoetsk – en eindelijk weer ontvangst! Onderweg naar Ojmjakon zaten de Kammermanns gedurende weken in de spreekwoordelijke “dode zone”.
Ruime keus op de vismarkt van Jakoetsk – en eindelijk weer ontvangst! Onderweg naar Ojmjakon zaten de Kammermanns gedurende weken in de spreekwoordelijke “dode zone”.

“Servus” op de Koudepool.

Dan, eindelijk, op een vroege avond: Ojmjakon! De officiële thermometer geeft min 49 graden aan. Het eerste wat we hoorden, was “Servus”: twee Oostenrijkers die met een groep naar hier gekomen waren, begroetten ons bij het uitstappen. We waren bijna teleurgesteld om aan de andere kant van de wereld eerst Duits te horen.

‘s Nachts en de volgende dag werd het nog een paar graden kouder. Maar de hier mogelijke min 70 graden maakten we niet mee. Maar toch: de koude was heftig! Zelfs de kleinste dingen werken niet zoals het hoort in zulke omstandigheden. Zo verliest onze tape zijn kleefkracht vanaf min 30 graden, breken kabelbinders af als we ze aantrekken en krimpen de deurdichtingen van de cabine zo fel samen dat de wind gewoon binnen blaast.

Aimée moest een jasje en schoenen aan omdat ze anders krampen in haar poten zou krijgen. De minimale vochtigheid die uit de standverwarming stroomt, veranderde in ijspegels. Kortom: alles vroor vast! Aangenaam neveneffect: we konden de diepvrieskist uitschakelen en de inhoud gewoon in een buitenbox bewaren. Je hebt veel tijd om dingen op te zoeken. Maar hoe min 50 graden aanvoelt, kan je je niet voorstellen tot je het zelf meegemaakt hebt.


Extreme koude, extreme omstandigheden.

Op zulke momenten leerden we de woonbox en de Axor opnieuw waarderen. Maar zelfs het beste systeem heeft zijn grenzen: ‘s ochtends in Ojmjakon kwam de vrachtwagen niet van de grond. De motor draaide amper een uur en we hadden de koeler en ook ‘s nachts het oliecarter afgedekt met een zeil. Maar de Zwitserse monteurs van Merbag AG hadden ons gewaarschuwd dat de koppeling, die geen warmte van de motor krijgt, in de problemen kon geraken. En inderdaad: die ochtend ging ze in staking. Pas na een paar pogingen konden we starten.

De koudetest was echter nog niet voorbij: de dichtgesneeuwde buckelpiste over de 40 kilometer tot aan het volgende dorp, Tomtor, dwong Mike om langzaam te rijden. De motor werd niet echt warm, de verwarming bleef zwak en in de cabine was het ondanks de extra isolatie bijna even koud als buiten: min 40 graden. Een uur in deze koude zitten – een kwelling! Na Tomtor kon Mike eindelijk gas geven.

Inademen bij min 30 graden.

Bij het vertrek in Jakoetsk had Aleksandr ons uitgenodigd om hem op de terugweg nog eens te komen bezoeken. Met de Axor zijn werkplaats binnenrijden en onze watervoorraden aanvullen was pure ontspanning. We bleven een paar dagen in de stad, Aleksandr fungeerde als gids en toonde ons de vismarkt en het ijssculpturenmuseum.

Ook de stad Oelan-Oede bereikten we vliegensvlug. Omdat we het traject kenden en omdat we wisten: voorspelt het weerbericht voor ‘s nachts min 40 graden, is er geen probleem – we hebben al erger meegemaakt. Zelfs min 30 graden op de thermometer was reden om te vieren. Nu zijn we al een paar dagen weer bij Lukas, die we op de heenreis hadden leren kennen. De motor ligt stil, de watertanks en onze voedselvoorraden zijn vol en we nemen een paar dagen pauze. Waarbij de voorpret geleidelijk stijgt: op de volgende etappe naar het Baikalmeer.


Deel 10 van de RoadStars-reeks verschijnt op 25 februari. Blijf op de hoogte!




Foto's: 4-Xtremes

33 comments