Het 4-Xtremes-team ontmoet vermoeiende ambtenaren en ontspant aan de Zwarte Zee – Deel 11

Serie: 4-Xtremes

Grenslopers.

Andrea, Mike, hun hond Aimée en hun expeditie-Axor laten zo langzaamaan de winter achter zich. Ze rijden door Rusland, Kazachstan en Georgië richting Turkije – deel 11 van onze serie.


Vanmorgen bij het opstaan hebben we sinds lang nog eens golven en vogels gehoord.  Wij zijn in Georgië aan de Zwarte Zee. In september zagen we hier een massa toeristen.  Nu hebben we het strand helemaal voor ons alleen. 

Vorige maand in Siberië behoorden winterlaarzen, jassen, mutsen en handschoenen nog tot onze standaardkleding.  Sinds begin november hadden we temperaturen onder nul en we keken ernaar uit om opnieuw tijd buiten door te brengen en langere wandelingen te maken. Natuurlijk kan dat ook in de sneeuw, maar wanneer je bij elke stap tot aan je knie in de sneeuw zakt, wordt het al gauw erg vermoeiend. 


Deze etappe is begonnen in de West-Siberische miljoenenstad Novosibirsk.  Van daar reden we naar Omsk en dan de grens over naar Kazachstan. Met ons Russisch visum mochten we altijd slechts drie maanden in het land blijven, we hadden nog tien dagen. 

Op een hoofdbaan vonden we een parkeerplaats waar we de laatste nacht in Rusland wilden doorbrengen.  Vlak voor het slapengaan klopte er plots iemand van buiten op onze woonbox:  er stonden twee gewapende soldaten voor de deur. Blijkbaar “kampeerden” we in een militaire zone van waaruit we nu vriendelijk geëscorteerd werden.  De ons toegewezen slaapplaats lag bijna tien meter voor der grens. Ondanks onze ondertussen 70e grensovergang met ons eigen voertuig zijn we toch elke keer nog een beetje zenuwachtig. Je weet immers nooit wat je te wachten staat.  


De Kammermanns overnachtten op slechts een paar meter voor de grens met Kazachstan.


In Kazachstan.

Deze keer verliep alles gelukkig probleemloos. Na een half uur bereikten we Kazachstan.  Ons doel: Astana.  Hoewel we geen stadsmensen zijn, waren we enorm onder de indruk van de hoofdstad van Kazachstan.  Het centrum is bijna futuristisch en staat in fel contrast met de rest van het land. In het blauwe uur maakten we een rondvaart langs de bezienswaardigheden. ‘s Nachts parkeerden we achter het operagebouw – middenin de stad! 

Nadat we Astana hadden verlaten, moesten we dringend water inslaan. Naar de rivier dus. De dooi was al begonnen.  Ter plaatse wilde Mike echter niet met de truck tot vlak aan de oever rijden.  We vreesden dat we zouden blijven steken.  Om tot aan de volgende waterbron te geraken, lieten we zelfs een hele avond sneeuw smelten.  In een dorp vonden we uiteindelijk een waterput waar we emmer per emmer onze tanks konden vullen.  Overigens: een emmer bevat 15 liter, onze tanks 450 liter. 



Eigenlijk wilden we in westelijke richting langer door Kazachstan rijden, maar tijdens de eerste drie dagen werden we al verschillende keren tegengehouden door de politie.  Eén keer beweerden de agenten zelfs dat ze ons hadden geflitst tegen 100 km/u. Onze Axor rijdt niet eens zo snel.  Twee dagreizen na Astana hadden we zoveel stress dat we besloten om terug naar Rusland te rijden om daar onze reis voort te zetten. Dus, rechts in plaats van links afslaan en al gauw waren we opnieuw aan de grens. 

Waar zijn de sneeuwkettingen? 

In Rusland werden we verwelkomd door sterke wind en veel sneeuw.  Hoe verder we naar het westen reden, hoe drukker het verkeer werd.  Colonnes van trekkers die de ijzige wegen bergop zwoegden.  We waren verbaasd om te zien dat geen van hen sneeuwkettingen gebruikte. Op veel plaatsen in het Oeralgebergte moesten we een paar uur wachten tot de slang zich opnieuw in beweging zette.

Onderweg bezochten we Volgograd, de stad die beter bekend is onder haar vroegere benaming: Stalingrad. Deze plaats is natuurlijk wereldberoemd door de vreselijke slag tijdens de Tweede Wereldoorlog. Opnieuw hadden we geluk en konden we vlak achter het Moeder Moederland-standbeeld overnachten, een fototour in het donker maken en de volgende ochtend getuige zijn van een indrukwekkende aflossing van wacht. 



Na Volgograd was de sneeuw verdwenen en zagen we de eerste tekenen van de lente. We maakten van het betere weer gebruik om veel kilometers af te leggen. 

De regiohoofdstad Krasnodar behoort tot de grootste steden van Zuid-Rusland.  Hier bezochten we onze vrienden Eugene en Tatjana. Met hen wilden we eigenlijk naar de Zwarte Zee rijden en daar samen kamperen.  Maar het bleef onophoudelijk regenen.  En dus was er een natte stadstour en bier in een typisch café.  We vonden het erg spannend om met hen over hun leven in Rusland te praten.  Steeds opnieuw stelden we vast:  om het land en de mensen nog beter te leren kennen, moesten we de taal beter beheersen.  We zullen ons bij ons volgende bezoek goed voorbereiden. 

Eén ding stond nog op onze lijst: we moesten eindelijk de sloten van onze deuren herstellen. Eugene bracht ons daarvoor naar een vrachtwagenwerkplaats. Een maand lang hadden we elke avond alle belangrijke voorwerpen uit de cabine mee naar achter genomen en ‘s ochtends opnieuw naar voor.  Zelfs als we inkopen waren gaan doen – je weet maar nooit.  Nu konden we de deuren weer normaal afsluiten.  Dat zijn de kleine dingen die het leven eenvoudiger maken! 


De Dzjvari-pas.

De grens met Georgië was nu nog 500 kilometer verwijderd.  We keken uit naar de warmte, het lekkere lavash (in een steenoven gebakken brood), de Zwarte Zee en ook naar Turkije, maar Rusland is ons erg goed bevallen.  We wilden het land het liefst helemaal niet verlaten.  De voorbije maanden hebben we fijne mensen leren kennen en duizelingwekkende landschappen gezien.  En er is nog zoveel meer te ontdekken!  We komen zeker nog terug. 



Rusland en Georgië hebben enkel een open grens. Die ligt diep in een winderig dal. Na de grens loopt de weg over de 2.400 meter hoge Dzjvari-pas, die onderdeel is van de Kaukasus.

Aan de voet van de pas stond een kilometerslange vrachtwagenfile. We reden voorbij, de besneeuwde pas op. Hier hadden we in september al eens gereden, maar toen zonder sneeuw.  Nu was het spoor zo smal dat er geen twee auto’s naast elkaar pasten.  Gelukkig waren er amper tegenliggers.  

Omdat een auto vast kwam te zitten, moesten we wachten op de pas.  We moesten zeer dicht langs de rand van de weg parkeren om de sleepwagen te laten passeren.  Ik werd een beetje misselijk, want vlak naast de weg ging het steil omlaag. 

Na een dik uur in de sneeuwstorm konden we verder naar beneden rijden. Een paar haarspeldbochten later bereikten we het dal waar de temperaturen rond de 15 graden lagen. 

Eindelijk lavash.

We kochten een brood en maakten het ons in de buurt van het Ananuri-kasteel gezellig aan een stuwmeer.  Achter de hoofdstad Tiflis lasten we één dag pauze in.  We hadden de voorbije vier weken immers bijna 5.000 kilometer, drie landen en vier grensovergangen achter ons gelaten.  

Bovendien had onze woonbox dringend behoefte aan lenteschoonmaak: alles eruit, wassen, poetsen, de winterkleding in kisten en de zomerspullen eruit.

We gaan nu nog een paar dagen aan zee doorbrengen om alle indrukken te verwerken. En dan trekken we verder richting Turkije! 


Eerst even ontspannen: voor ze richting Turkije gaan, ontspannen Andrea en Mike zich een paar dagen aan de Zwarte Zee.




Fotos: 4-Xtremes

21 comments